‘Corona bedreigt het functioneren van de wereld’

Arts, wetenschapper en ondernemer Paul Stoffels (58) had altijd gedacht dat de griep de mensheid ooit nog eens voor grote problemen zou stellen, maar het virus dat vandaag de wereld teistert, is nog andere koek. ‘Dit is de grootste uitdaging van mijn carrière.’

Hij is de tweede in bevel bij Johnson & Johnson, ’s werelds grootste farmaceutisch bedrijf, waar hij als chief scientific officer 15.000 wetenschappers aanstuurt en over een onderzoeksbudget van zo’n 10 miljard euro kan beschikken. Als de wereld op grote medische narigheid afstevent, weten wereldleiders dus wie ze moeten bellen: Kempenaar Paul Stoffels, geboren in Achtel (Rijkevorsel). Zelfs president Trump nodigde Stoffels bij het begin van de coronacrisis in de Verenigde Staten uit in het Witte Huis.

Paul Stoffels, ooit bij dochterbedrijf Janssen Pharmaceutica aan boord gehaald door dr. Paul Janssen, is dan ook een naam die klinkt als een klok in farmaland. Hij ontwikkelde samen met Rudi Pauwels (Biocartis) de eerste en nog altijd best werkende aidsremmer. In zakenman Bill Gates en voormalig directeur van UNAIDS Peter Piot vond hij medestrijders bij de nooit aflatende strijd tegen infectieziektes in Afrika, en ook toen het continent door ebola getroffen werd, gaf Stoffels het beste van zichzelf: het was zijn bedrijf dat een geneesmiddel ontwikkelde tegen de vreselijke ziekte. Dat zal hij vandaag in versneld tempo moeten overdoen: zijn bedrijf moet zo snel als mogelijk een vaccin maken tegen COVID-19. Een gesprek over de strijd die nog lang niet gestreden is en de uitdagingen waarvoor de mensheid vandaag staat.

‘We moeten nóg veel sneller reageren. Plan for the worst and hope for the best

Paul Stoffels

Is de uitbraak van het SARS-CoV-2-virus (het nieuwe coronavirus) qua impact vergelijkbaar met de Spaanse griep uit 1918/1919?

‘Voor een groot stuk wel. Natuurlijk werd er toen minder gereisd met vliegtuigen en andere vervoermiddelen, maar het had dezelfde impact op de bevolking als COVID-19: het was een nieuw virus dat onder de bevolking rondwaarde, dat zich wereldwijd snel verspreidde en waar mensen geen immuniteit tegen hadden, waardoor het een grote mortaliteit veroorzaakt heeft.’

Mogen we dan ook dezelfde sterftecijfers verwachten? Aan de Spaanse griep stierven tientallen miljoenen mensen.

‘Ik denk dat het anders zal zijn, omdat we nu toch een goed gezondheidssysteem hebben in een groot stuk van de wereld, zodat je patiënten kunt behandelen. Met lockdowns is er vandaag ook snel gereageerd, en je hebt nu ook veel betere communicatiesystemen om mensen te informeren. We zullen ook veel sneller zijn met vaccins en geneesmiddelen, iets wat absoluut niet bestond in die tijd, dus hopelijk kunnen we het ook beter onder controle houden. Maar ik wil niet gezegd hebben dat dit geen enorm dodelijk virus zal zijn in ontwikkelingslanden en op plaatsen waar er veel minder gezondheidszorg is. We zijn nog niet over de crisis heen, hoor.’

Waren de uitbraak van het COVID-19-virus en de pandemie die erop volgde een accident waiting to happen, en zo ja, waarom?

‘Wij weten al lang dat het risico op zo’n pandemie bestaat. Maar de mensen die ermee bezig zijn, de Global Health Security, hadden altijd gedacht dat dit een nieuwe griepepidemie zou zijn, en daar is dan ook bijzonder veel voorbereiding toe getroffen. Ook wij, bij Johnson & Johnson, hebben dat gedaan met het ontwikkelen van nieuwe griepvaccins en griepgeneesmiddelen, in samenwerking met de Amerikaanse overheid. Maar het is uit een andere hoek gekomen, waar we het niet echt verwachtten. Hoewel, we hebben het SARS-virus gehad in 2005 en het MERS-virus, dat ook een coronavirus is.

Maar een coronapandemie van deze omvang hadden we niet voorspeld. We hadden al ebola gehad, dat zich ook snel verspreidde in West-Afrika, en daar kon het plots snel de wereld rondgaan. Maar bij het ebolavirus moet je elkaar aanraken om besmet te raken, met het coronavirus niet, dat is via de lucht overdraagbaar. Mocht ebola via de lucht overdraagbaar zijn, dan hadden we een paar jaar geleden een wereldwijde ramp gehad. Ebola doodt de mens veel sneller en veel efficiënter, maar wie het virus heeft, kan niet erg lang bewegen voor hij of zij heel ernstig ziek wordt, en daardoor verspreidt het virus zich veel minder. Met het coronavirus kunnen veel mensen ongemerkt ziek zijn, zodat het virus zich snel verspreidt. Daarom heeft dit coronavirus de ideale karakteristieken om een wereldwijde pandemie in gang te zetten.’

Ziet u de link met het steeds meer kappen van bijvoorbeeld regenwouden en het steeds meer inpalmen van leefgebieden van wilde dieren?

‘Ik weet niet of het met dit coronavirus zo is, maar ik weet wel dat in Afrika het ebolavirus gedragen wordt door vleermuizen. Door de economische crisis, waarbij de palmplantages vanuit Congo grotendeels naar West-Afrika verhuisd zijn, zijn die vleermuizen ook mee verhuisd naar dat deel van de wereld, zodat het ebolavirus op die manier meegenomen werd. Het veranderen van het milieu zal dus zeker een rol spelen. Bovendien is er natuurlijk het eten van bushmeat, vlees van wilde dieren die in de natuur gevangen zijn.’

Zullen we dit vanaf nu meer en meer meemaken?

‘Laten we hopen van niet. We zijn nu verwittigd. Nu zullen er zeker zeer snel diagnostische systemen opgebouwd worden om te weten of het gevaarlijk is of niet. Er zullen ook veel sneller gerichte lockdowns komen, zoals destijds met SARS. Wat trouwens ook met ebola gebeurt: zeer drastische lockdowns, met het gericht opsporen van mensen. We zullen veel leren.

Onder andere dat we veel sneller vaccins moeten maken, dat we sneller geneesmiddelen moeten maken. En misschien ook wel dat we geneesmiddelen moeten maken die pan-corona en pan-ebola zijn, zodat je zelfs met de variaties van het virus over een geneesmiddel beschikt. Ik denk dat daar een heel nieuwe wetenschappelijke wereld zal rond ontstaan om het diagnosticeren en het behandelen van dit soort virussen aan te pakken.’

De griep van 2017/2018 veroorzaakte ook heel wat oversterfte. Vergelijk dat eens met COVID-19.

‘We weten dat griep in de wereld jaarlijks voor een half miljoen doden kan zorgen. Ik denk dat het coronavirus dat zeker zal overtreffen. Begin februari stond COVID-19 niet bij de eerste zestig doodsoorzaken in de Verenigde Staten, vandaag is het doodsoorzaak nummer één.’

Wat is vandaag de grootste bedreiging voor de volksgezondheid?

‘Als je het hebt over een virus dat de verspreidbaarheid van corona bezit, gecombineerd met de mortaliteit van ebola, dán spreek je over het decimeren van de wereldbevolking. Maar ik denk niet dat dat waarschijnlijk is, omdat een virus als ebola zo drastisch is dat – als je er niks aan doet – je over een mortaliteit van 90 procent spreekt. Maar nogmaals: dat is ook het probleem van het virus, daardoor zal het ook niet ver verspreiden, omdat de verspreiders te snel dood zijn. Daarom zie ik in zo’n dodelijke combinatie niet dé bedreiging van de mensheid. Maar eerlijk, het probleem met het huidige coronavirus is al groot genoeg. We dachten dat het nooit kon gebeuren en toch is het gebeurd.’

‘Ik ben in het Witte Huis geweest begin maart en had met Trump een discussie rond vaccins. Ik heb hem uitgelegd dat het minstens een jaar zou duren’

Van welke pandemie moeten we dan het meest schrik hebben?

‘Omdat het griepvirus nóg besmettelijker is, heb ik altijd gedacht dat griep het grootste probleem zou zijn. Ik ben niet de enige: op meetings van de Global Health Security hoor je dat ook. Wanneer je in de Verenigde Staten het ministerie van Volksgezondheid binnenstapt, leiden ze je naar een NASA-achtige kamer, met grote schermen, waar men wereldwijd alle epidemieën en infecties opvolgt. Dan zie je dat ze hier nog wat zikapatiënten detecteren, daar nog wat ebolapatiënten, een paar mazelenpatiënten … Allemaal met het oog op: waar moeten we voor oppassen? Dan wordt griep altijd gezien als het gevaarlijkste ter wereld.

Ik denk dat corona daar vanaf nu bij zal horen, omdat het de economie ontwricht heeft. Die heeft een historische dreun gekregen. Het is niet alleen voor de mens gevaarlijk, maar ook voor het functioneren van de wereld. Je ziet bij deze coronapandemie spanningen ontstaan tussen landen die draaien rond de vraag hoe de economische crisis als gevolg van corona opgelost moet worden. Dat is een ernstige problematiek. Omdat we zo snel een vaccin moeten maken, is het de grootste uitdaging van mijn carrière.’

Waar gaat het in de Verenigde Staten naartoe met de uitbraak?

‘Je merkt dat er in de Verenigde Staten een beperkte eerstelijnsgeneeskunde is. De huisartsengeneeskunde en de gezondheidszorg zijn er anders georganiseerd dan bij ons, waardoor het niet zo eenvoudig is om maatregelen te nemen en de toestand op te volgen. Bovendien zijn patiënten met diabetes, hoge bloeddruk en overgewicht een risicogroep, en daar hebben ze er in de Verenigde Staten genoeg van. De risicofactoren zijn er veel groter. Ik meen nu wel dat ze verschillende maatregelen genomen hebben om de crisis in te perken.’

President Trump vroeg u al om advies. Wat hebt u tegen hem gezegd?

‘Ik ben in het Witte Huis geweest, begin maart. We hadden toen een discussie rond vaccins en hoe snel ze ontwikkeld konden worden. Voor de president kon het niet snel genoeg gaan. Er waren daar mensen die beweerden dat een vaccin in een paar uren, of een paar dagen klaar kon zijn. Ik heb hem verteld dat het minstens een jaar zou duren. Dat vond hij lang. Ik heb hem uitgelegd dat wij de wetenschap volgen om te bewijzen dat het veilig is en dat we het überhaupt kunnen maken.

Ondertussen zijn we een paar maanden verder en hebben we genoeg productie-experimenten gedaan om aan te tonen dat we het kunnen. Ik denk dat we straks in staat zijn om één miljard dosissen te maken. We geloven dat het veilig zal zijn, omdat we de technische ervaring hebben, via andere vaccins. Ik denk dat we 70 procent van de vragen al opgelost hebben, nu moeten we nog hard werken om tegen eind 2020 de andere 30 procent op te lossen.’

‘We zullen veel sneller vaccins en geneesmiddelen moeten maken. En misschien ook wel geneesmiddelen moeten maken die pan-corona en pan-ebola zijn’

Kan het vaccin dan toch nog de mist ingaan?

‘Ja, en dat is typisch aan onze branche. Je investeert twee, drie miljard euro in een geneesmiddel en dan kun je toch nog tegenslag hebben. Hier zou ook nog iets anders kunnen gebeuren: als de epidemie ondertussen weg is, hebben mensen het niet meer nodig, zoals we met zika meegemaakt hebben. Die kans is bij corona nu wel heel klein aan het worden.’

Maakt u zich geen zorgen over Afrika en Azië, een land als India bijvoorbeeld?

‘Ja. Er is daar vaak amper gezondheidszorg om de mensen te behandelen. In steden als Mumbai of Delhi, waar de bevolking massaal leeft op heel kleine oppervlaktes, is social distancing gewoon geen optie. De combinatie van al die zaken zou weleens een dramatische impact kunnen hebben.

Hopelijk kan een vaccin helpen om de zaken onder controle te krijgen, maar je ziet nu al dat in Brazilië en in andere landen in Zuid-Amerika de mortaliteit in de steden enorm hoog aan het worden is. Je hebt daar gecompliceerde diagnostiek nodig, en die is er niet. Corona in kaart brengen is heel gespecialiseerd, maar dat kan zomaar niet in elk deel van de wereld. Je kunt daar alleen de doden tellen en wachten op het vaccin.’

Waarom is België zo erg getroffen door COVID-19?

‘Ik ben geen epidemioloog, maar waarschijnlijk is het een samenloop van omstandigheden. Al denk ik toch dat België goed zijn best gedaan heeft om heel snel een lockdown af te kondigen en mensen thuis te houden. We hebben waarschijnlijk de influx gehad van vakantiegangers, de skiërs die vanuit Italië terugkeerden. Als de overdracht van het virus dan hoog is, krijg je problemen.

Bovendien hebben we in België een zeer uitgebreide ouderenzorg, maar als zo’n besmetting in een rusthuis terechtkomt, heb je een probleem. Daar werkt onze goede ouderenzorg tegen ons, omdat je veel mensen met een verminderd immuunsysteem op één plaats hebt. Toch denk ik dat we het als land goed gedaan hebben; onze ziekenhuizen zijn nooit over de limiet belast geweest.’

Maar hoe verklaar je dan de verschillen met Duitsland bijvoorbeeld?

‘Duitsland heeft heel snel diagnoses gedaan en track and trace ingesteld. Maar ik heb daar niet het volledige zicht op. Het kan zelfs te maken hebben met verschillende verloftijden tussen de buurlanden onderling. De krokusvakantie is in België een belangrijke factor geweest. Mijn dochter en haar kinderen waren ook in Italië. Toen was er nog niet veel aan de hand, de week erna was het er grote crisis. Een week verschil kan veel uitmaken, waardoor je vele honderden mensen meer krijgt die de besmetting mee naar hun land nemen en van daaruit de verspreiding verderzetten.’

Hoe cruciaal zijn de inspecteurs die de recente contacten van besmette personen opzoeken?

‘Dat is heel belangrijk. Het helpt om van een volledige lockdown van de hele maatschappij over te gaan naar een gerichte lockdown, waarbij alleen geïnfecteerden geïsoleerd worden. Met een goede opvolging kunnen we vermijden dat de maatschappij lamgelegd wordt. Dat is trouwens vroeger ook zo gebeurd met verschillende ziekten. Denk aan tuberculose. In de jaren vijftig, zestig werden in België de besmetten in speciale ziekenhuizen geplaatst. Ik heb nog meegemaakt dat ik op school op tbc getest werd. Ik weet nog heel goed dat in het tweede of derde studiejaar een van mijn klasgenoten positief testte. Toen hebben ze zijn hele familie onderzocht en behandeld. Op die manier is tbc hier onder controle geraakt.

Dat moet nu voor COVID-19 op heel grote schaal gebeuren. We moeten er ook voor zorgen dat mensen niet beschaamd zijn als ze COVID-19 hebben en het verspreid hebben. Dat is niet abnormaal, dat is een deel van het leven vandaag en dus ook als je dan veertien dagen moet thuisblijven met je familie, opdat niet het hele dorp of de hele provincie in lockdown zou moeten gaan.’

Hoe groot zal straks de rol van artificiële intelligentie zijn bij het beheersen en voorkomen van dit soort pandemieën?

‘Daar zullen we mee moeten leren leven. In China doen ze het al, in combinatie met gezichtsherkenning en lokalisatie van je gsm. Via je gsm kan men bepalen met wie je in contact geweest bent. Op dat moment kan artificiële intelligentie uitzoeken hoe groot de kans is dat je besmet bent. Je kunt daar perfect privacybarrières inbouwen, zodat de rest van de wereld dat niet hoeft te weten. Natuurlijk is dat niet eenvoudig.

‘Begin februari stond COVID-19 niet bij de eerste zestig doodsoorzaken in de Verenigde Staten, vandaag is het doodsoorzaak nummer één’

Een tijdje geleden was er een reportage van een journalist van de BBC in China, die in gesprek ging met de politie over gezichtsherkenning. Daar werd beweerd dat elke Chinees die vandaag bekend is, traceerbaar is. Ze deden een test. De journalist zei: ‘Pak me morgenvroeg om 9 uur op.’ Die man verscheen in een station in het midden van de stad, en binnen de minuut was die gezien, getraceerd en opgepakt. Dat is zorgwekkend. Ook voor ons hier in het Westen, want ook onze telefoons zijn gemakkelijk te registreren en gezichtsherkenning functioneert zeer snel, op onze mobiele telefoons bijvoorbeeld.

Maar als je het om medische redenen zou gebruiken, zou je artificiële intelligentie kunnen inschakelen om te kijken wie geïnfecteerd is. Dan kun je daar een enorm voordeel mee doen. Die medische kennis blijft dan natuurlijk confidentieel, zoals nu ook bij je huisarts.’

Hoe groot acht u de kans op een grote, tweede golf in België en wereldwijd? Er hebben nog zo weinig mensen antistoffen …

‘De kans is groot dat het zal gebeuren, het is niet erg waarschijnlijk dat het virus zomaar zal verdwijnen. Daarom moet iedereen alert blijven en respect tonen voor de maatregelen. Maskers dragen is nog altijd niet ingeburgerd in onze maatschappij. Zo erg is dat nu toch ook niet om te accepteren dat we nu een aantal maanden maskers moeten dragen?’

U pleit voor het dragen van mondmaskers? Niet alleen op treinen en bussen, maar ook in winkels, op straat?

‘Ik geloof wel degelijk in mondmaskers, niet alleen om andere mensen te beschermen, maar ook jezelf. In winkels en op straat ook, zeker. Maak er desnoods een modeverschijnsel van voor zes maanden, en zorg zo dat het abnormaal is wanneer je géén masker draagt, zodat daar sociale controle op komt. Mondmaskers zorgen ook voor een psychologisch effect: dat de crisis nog niet weg is. Het feit dat je een masker aanhebt, herinnert mensen daaraan en zorgt zo voor meer impact van de andere maatregelen. Heel belangrijk blijft het ook om geen klinken vast te grijpen, geen handen te geven en handen te ontsmetten.’

Hoe goed kent u de geheimen van het coronavirus ondertussen?

‘We kennen het goed, we hebben het helemaal ontleed, we weten hoe we het vaccin moeten ontwikkelen. Het veroorzaakt een zeer erge aantasting van de longen, maar we weten nog niet helemaal hoe het precies de ziekte veroorzaakt. Het lichaam reageert in elk geval heel ernstig op het virus. Daarom is het ook zo moeilijk om patiënten te behandelen.’

Wat vindt u de grootste gezondheidsuitdaging tout court deze tijden?

‘Ik denk dat het dementie is. Bij kanker maken we heel goede vooruitgang bij het vroeg stellen van diagnoses, de behandeling, het voorkomen van kanker en de kankervaccins die er stilaan komen. Maar bij dementie blijft de wetenschap ver achter. Het is een verschrikkelijk moeilijk domein, omdat het een degeneratieve ziekte is. Hoe kunnen we het voorkomen, dat is de vraag. Want als je het moet genezen, ben je te laat. Wereldwijd zal dat ons grootste probleem vormen, vooral in landen met een verouderende bevolking.

‘Als je er niet van overtuigd bent dat je een verschil gaat maken in de wereld, kun je beter niet in de farmasector beginnen’

Zorg voor een dementiepatiënt is ook heel arbeidsintensief en de kost daarvan voor de maatschappij gaat bijzonder hoog oplopen. Om mensen met dementie een waardig leven te laten leiden is er heel wat maatschappelijke zorg nodig. Sociaal gezien zal dat nog het moeilijkste zijn. Andere problemen van deze tijd liggen natuurlijk op het mentale vlak. Depressies vallen niet te onderschatten.’

De farmasector krijgt weleens het verwijt dat ze geldwolven zijn. Maar nu kijkt de hele wereld naar jullie om het op te lossen. Een opsteker?

‘Ja. Maar je kunt in ons vak niet succesvol zijn als je het doet om veel geld te verdienen. Eerst en vooral duurt het ontwikkelen van een geneesmiddel minstens tien jaar. De meeste geneesmiddelen hebben zelfs vijftien tot twintig jaar nodig. Als je er niet van overtuigd bent dat je een verschil gaat maken in de wereld, dan kun je er beter niet aan beginnen, want het is een heel lange weg die je moet gaan.

Ik ben met dr. Paul Janssen in 1990 aan een geneesmiddel voor hiv begonnen – hij zelfs iets vroeger – en na vijftien jaar fysiologisch, chemisch en farmaceutisch onderzoek slaagden we er uiteindelijk in om een medicijn te maken. Nu kunnen mensen met hiv een normale levensverwachting hebben. Maar dat heeft wel in totaal twintig jaar geduurd. We moesten vaststellen dat er minstens vier, vijf geneesmiddelen faalden voor we er eindelijk een hadden dat werkte, en dat is het typische verhaal van elk geneesmiddel.

Succes is alleen maar mogelijk als je wetenschappers hebt die zeggen: ‘Wij gaan die ziekte (dementie, hepatitis, hiv …) oplossen.’ Je moet eraan beginnen, je mag niet opgeven en je bent tien tot twintig jaar bezig, mét het risico dat het nog mislukt bovendien. Wij investeren bij Janssen wereldwijd jaarlijks acht miljard euro in research and development, en ga er maar van uit dat minstens de helft mislukt. Dat is gewoon het risicokapitaal dat je moet investeren in onze sector.’

Zal corona de farma-industrie veranderen?

‘Na wat er gebeurd is, zullen er zeker zeer snel diagnostische systemen opgebouwd worden om te weten: is dit of dat virus gevaarlijk of niet? Er zullen ook veel sneller gerichte lockdowns komen, waar men het virus onder controle zal brengen, zoals destijds met SARS. Wat nu trouwens ook met ebola gebeurt: zeer drastische lockdowns, met het heel erg gericht opsporen van mensen. We zullen veel leren, onder andere dat we veel sneller vaccins moeten maken.

‘Griep wordt altijd gezien als het gevaarlijkste ter wereld. Ik denk dat corona daar nu bij zal horen’

Ik hoop ook dat onze sector, met het oplossen van deze crisis, zijn toegevoegde waarde aan de maatschappij nog eens kan laten zien op grote schaal. Er zal ook veel meer aandacht gaan naar vaccinproductie. Al die kleine infectiehaarden die we tot nu toe her en der zagen, daar zullen allemaal vaccins en geneesmiddelen voor komen. Dat wordt een belangrijk nieuw onderzoeksdomein. Omdat die kleine haarden het risico inhouden om wereldwijd narigheid te veroorzaken.’

Als Johnson & Johnson straks een vaccin heeft, gebeuren de eerste klinische testen dan in België? En bij hoeveel mensen?

‘Ja, een deel ervan waarschijnlijk wel. We hebben goede ervaringen met klinische studies in België. Over hoeveel mensen het zal gaan, weten we nog niet, dat valt nog af te spreken; we zijn daarvoor in onderhandeling met de autoriteiten. Het zullen er een duizendtal zijn in fase I. Het zijn vrijwilligers, in een latere fase ook patiënten, ouderen zowel als jongeren. We hebben dat met ebola ook gedaan; daar hebben we een doorsnede van de bevolking genomen, van ouderen tot baby’s. Ook mensen die al andere pathologieën hadden, hebben we getest. Het vergt heel wat werk om vast te stellen of het veilig is, zeker bij risicopatiënten, zoals kanker- of hivpatiënten.’

Welke lessen moeten we trekken uit de huidige crisis om wat we nu meemaken te vermijden?

‘We moeten nóg veel sneller reageren. Plan for the worst and hope for the best. Want als je plant met in het achterhoofd dat het wel zal meevallen, dan zie je waar je nu uitkomt met corona.’

Ziet u ook ergens een positief kantje aan wat de wereld nu meemaakt?

‘Ik denk dat we nu moeten beseffen dat de mensheid bescheiden moet zijn. We zijn niet onoverwinnelijk. En dat voor de biologie en ziekten de mens toch afhankelijk is van de natuur en dat we dus meer aandacht moeten hebben voor de wereld ‘an sich’.

U had als arts een passie voor Congo, waar aids toen ravages aanrichtte. Waar komt die humanitaire reflex vandaan?

‘Als je voor arts studeert, dan begin je al met een humanitaire missie. Je probeert patiënten te helpen, een voor een. Maar als je dan in Afrika komt, leer je dat volksgezondheid daar het belangrijkste is, omdat je moet voorkomen dat grote groepen mensen ziek worden. Ik heb gewerkt in Congo met Belgische dokters in een regio waar er vijf, zes artsen waren voor 300.000 mensen, en dan weet je dat je op zo’n moment anders te werk moet gaan om systematische gezondheidszorg te implementeren. Je moet mensen trainen, verpleegkundigen opleiden … zodat je kennis écht overdraagt. Dan kun je als persoon impact hebben op de volksgezondheid door je kennis te vermenigvuldigen via anderen.

Ik was halfweg de jaren tachtig al in Afrika als student en nadien als arts. Hiv was toen een catastrofe in die regio: er was geen oplossing voor. Dr. Janssen sprak me toen aan om met hem onderzoek daarrond op te zetten. Ik heb geleerd van Paul Janssen hoe je geneesmiddelen kunt maken. De impact is enorm. Neem nu hiv: als je weet dat we verschillende miljoenen mensen veel langer konden laten leven, dan werden er tientallen miljoenen levensjaren extra gecreëerd met één medicijn. Dat wordt dan een passie.

We hebben dat ook met ebola, en nu met corona. Als we die coronacrisis kunnen oplossen, helpen we echt de wereld. Dat geeft veel voldoening, anders houd je het ook niet vol. De mensen met hiv die ik destijds leerde kennen, hadden toen een levensverwachting van drie tot zes maanden. Vandaag, 25 jaar later, zijn die nog allemaal redelijk gezond. Ze kunnen normaal verder leven. Dat is toch fantastisch. Het feit dat je biologisch kunt ingrijpen door geneesmiddelen te maken is mijn motivatie. Maar
ik doe dat niet alleen. Er zijn bij Janssen duizenden onderzoekers gespecialiseerd en ieder van hen neemt de leiding over een bepaald stuk van de aanmaak van zo’n geneesmiddel.’

Zou u ook een andere baan willen hebben dan de huidige?

‘Ik was misschien ook graag muzikant geweest. In Hoogstraten speelde ik toen ik jong was orgel in de parochiekerk.’

Als hij de wereld niet aan het redden is, waarmee is Paul Stoffels dan bezig?

‘Ik houd me nog veel bezig met muziek. Ik luister graag naar klassieke muziek, ik speel een beetje piano, af en toe orgel en ik werk ook wel graag in de tuin. Als ik een uurtje vrij heb, snoei ik weleens een appelboom. Ik ben graag buiten, ik ga fietsen, wandelen. En we hebben nu onze vijf kleinkinderen, zodra ze weer bij ons mogen komen. Het meeste van de tijd ben ik wel in de Verenigde Staten, zeven à acht maanden per jaar. Maar ook daar probeer ik buiten te zijn, als ik tijd heb.’


De meeting tussen Paul Stoffels en president Trump vond plaats op 2 maart.

Hoever staan we met het vaccin? Lees hier het interview met het hoofd van Janssen Vaccines, Johan Van Hoof.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.