Conner Rousseau, gewezen Vooruit-voorzitter en lijstduwer voor de Kamer in Oost-Vlaanderen, moet zich nu toch verantwoorden voor de rechtbank voor de racistische uitspraken over Roma die hij op een dronken avond deed in Sint-Niklaas. De Brusselse vzw Kham daagt Rousseau nu voor de rechter, omdat het geen inzage kreeg in het strafdossier en geen genoegen neemt met het bemiddelingstraject dat de ex-voorzitter aflegde. Rousseau zelf verweert zich stevig: hij ging immers in gesprek met de Roma-gemeenschap in Sint-Niklaas en snapt niet wat een Brusselse vzw nu nog in de zaak te zoeken heeft.
In het nieuws: De vzw Kham dagvaart Conner Rousseau voor zijn uitspraken over “bruin mannen” en dat de politie “vaker hun matrak moest gebruiken” tegen de Roma die hij op straat tegenkwam, weet Het Laatste Nieuws.
De details: Abderrahim Lahlali, de advocaat van de vzw Kham, haalt aan dat zijn cliënt vindt dat die te weinig duidelijkheid krijgt over het bemiddelingstraject dat Rousseau aflegde. Kham krijgt geen inzage in het strafdossier, waardoor het onmogelijk is om te verifiëren wat het schuldinzicht van Rousseau is, klinkt het.
- Conner Rousseau werd door zijn “zattemansklap” door het Parket schuldig bevonden aan racistische en stigmatiserende uitspraken. Hij werd daarvoor niet vervolgd, maar moest een bemiddelingstraject opstarten. Dat hield in dat hij een bezoek moest brengen aan de Dossinkazerne en in gesprek moest gaan met de Roma-gemeenschap. Rousseau gaf ook aan therapie te zullen volgen.
- De politicus startte dus een dialoog op met de Roma-gemeenschap in Sint-Niklaas. Ook vzw Kham wilde initieel deel uitmaken van dat bemiddelingstraject. Die trok zich echter terug omdat het geen inzage kreeg in het strafdossier. “Al in het begin heeft de vzw gezegd dat ze pas kan deelnemen in het verzoeningstraject als ze kennis heeft van de juiste context en de zaken die hebben plaatsgevonden”, aldus Lahlali.
- “Initieel heeft het parket ons een gedeeltelijke toestemming gegeven voor inzage in het strafdossier. Nadien heeft het parket plots het geweer van schouder veranderd. Dat is voor de duidelijkheid niet de schuld van Rousseau, maar dat neemt niet weg dat bij de vzw het gevoel heeft dat het leed van de gemeenschap niet erkend wordt. Dit is voor mijn cliënt onbegrijpelijk”, klinkt het bij de advocaat.
- Ook volgens Lahlali heeft Rousseau nooit samengezeten met vzw Kham. Daardoor is van een succesvol bemiddelingstraject geen sprake, stelt hij. De vzw Kham zag dan ook geen andere mogelijkheid om Rousseau dan zelf maar te dagvaarden. Zo gooit de vzw expliciet de afgehandelde procedure weer open. Die moet zich op 10 juni, de dag na de verkiezingen, gaan verantwoorden bij de rechter.
- Rousseau riskeert daarmee nu toch één jaar cel, als de rechter van oordeel is dat het verzoeningstraject niet correct is afgehandeld. Dat is overigens dezelfde straf die ook Dries Van Langenhove van Schild en Vrienden boven het hoofd hing wegens inbreuken op de antiracismewet.
De reactie: Rousseau heeft wel samengezeten met de vzw Kham, zo reageert hij.
- “Iedereen heeft het recht om juridische stappen te blijven ondernemen en boos te zijn, dus ik respecteer dat. Maar voor mij is het onduidelijk wat de bedoeling is“, zo reageert de ex-voorzitter zelf. Daarbij geeft hij aan dat voor hem het bemiddelingstraject wel degelijk is afgerond.
- “Ik heb me geëxcuseerd. Ik heb ontslag genomen als voorzitter en uit het parlement. Ik neem mijzelf nog elke dag kwalijk wat er is gebeurd. En intussen heb ik alles gedaan wat ik moest doen van het parket”, haalt Rousseau aan. Hij zegt ook nog altijd in goed gesprek te zijn met de Roma-gemeenschap in Sint-Niklaas, “die mijn excuses ook meteen aanvaard hebben”. Hij is vorige week nog op bezoek geweest daar, geeft Rousseau aan.
- En opmerkelijk: volgens Rousseau heeft hij wél samengezeten met een vertegenwoordiger van Kham. “Het is een pertinente leugen dat dat niet gebeurd zou zijn“, zo trekt hij de uitspraken van Lahlali in twijfel.
- Rousseau haalt in De Ochtend ook aan dat hem geen verplicht bemiddelingstraject met de vzw Kham was opgelegd. Hij wilde wel vrijwillig in gesprek gaan, maar dat gesprek werd hem geweigerd, zo vertelt hij. “Ik ben hen altijd blijven uitnodigen, ook al stonden er soms wat onwaarheden in kranten”.
Rousseau weer op campagne
Waarom dit van belang is: Door een paar stappen opzij te zetten en daarna terug te keren, hoopte Rousseau een stevige campagne op te zetten.
- Het was duidelijk dat Rousseau eerst door het stof moest alvorens hij weer politiek aan de slag kon. Naast het verplichte bemiddelingstraject voelde hij aan dat zijn positie onhoudbaar was geworden als partijvoorzitter en als Vlaams Parlementslid. Hij nam dan ook ontslag uit beide functies.
- Maar al gauw bleek dat Vooruit toch moeilijk zonder zijn voormalige kopman kon. Het charisma van Rousseau sprak aan. Hoewel de nieuwe voorzitter Melissa Depraetere (Vooruit) haar best deed om andere thema’s aan te snijden, kwam één vraag telkens terug. Wat met Rousseau? Zou hij toch op een lijst gaan staan bij de komende verkiezingen?
- En kijk, net voor het afsluiten van de lijsten kondigde Conner Rousseau zijn comeback aan. Hij trekt als lijstduwer voor de Kamer in Oost-Vlaanderen naar de kiezer. Dat deed hij na aandringen van de partijtop. Vooruit was weer wat teruggezakt in de peilingen en de partij smeekte hem om terug te keren.
- In een mum van tijd trok Rousseau weer alle aandacht naar zich toe. Zo ging hij, en niet Depraetere, naar het vtm-programma Het Conclaaf, om in debat te gaan met andere politieke kopstukken. Ook zijn ‘luistertoer’ door Oost-Vlaanderen bewees dat hij zich stevig smeet in de kiescampagne en de schijnwerpers weer opzocht. Dat deed hij ook door uitspraken over welzijn.
- De timing van de dagvaarding is daardoor allesbehalve toeval. Mocht Rousseau verkozen worden als Parlementslid, dan geniet hij parlementaire onschendbaarheid. Die zou dan eerst opgeheven moeten worden voor hij voor het gerecht gedaagd zou kunnen worden. Doordat Kham hun actie nu inzet, is een ingewikkelde procedure niet nodig.
- Of Rousseau hier nog verdere hinder van ondervindt, hangt volledig af van de Brusselse rechtbank. De cruciale vraag daarbij: heeft hij genoeg gedaan om van een succesvol bemiddelingstraject te spreken? Al lijkt zijn reputatie opnieuw een deukje te hebben gekregen. Rousseau moet met een zwaarder gemoed verder campagnevoeren.