België behoort tot de landen die aan concurrentiekracht verliezen binnen de eurozone, zo blijkt uit een studie van ING. De Zuid-Europese landen maken dan weer een opvallende inhaalbeweging.
De essentie: Groeien de noordelijke en de zuidelijke landen in de eurozone dan toch naar elkaar toe? “Het einde van de loonmatiging en de verslechterende productiviteitsgroei in de Noord-Europese landen hebben, samen met structurele hervormingen in de zuidelijke landen, convergentie van het concurrentievermogen in de eurozone mogelijk gemaakt”, schrijven de ING-economen Carsten Brzeski en Bert Colijn.
Meer details: Hun studie vergelijkt de evolutie van de loonkosten per eenheid product per land met de trend in de hele eurozone.
- Conclusie: Oostenrijk, Frankrijk, België en Nederland zijn relatief duurder geworden en zagen in de afgelopen vier jaar hun concurrentiekracht verslechteren.
- Italië, Spanje, Griekenland en vooral Ierland verbeterden hun concurrentiepositie binnen de muntunie.
- Duitsland, de haperende locomotief van de eurozone, bleef stabiel.
Anders gesteld: De Zuid-Europese landen die tijdens de eurocrisis van 2011 nog onder vuur lagen en allerhande bijnamen (zoals PIGS) kregen, maken qua competitiviteit een inhaalbeweging. Dat is goed nieuws voor de robuustheid van de eurozone in haar geheel, analyseren de ING-economen.
Uitgezoomd: De studie bevestigt dat de loonkosten in België, met zijn typische systeem van automatische loonindexering, sneller stijgen dan de arbeidsproductiviteit. Daardoor komt het exportmodel van België, een van de meest open economieën ter wereld, onder druk te staan. De Belgische exportgroei was de voorbije jaren beduidend trager dan in landen als Griekenland, Portugal of Italië:
👉 De volledige studie is hier te lezen.
