Duurzaamheid en circulariteit krijgen steeds meer aandacht in het bedrijfsleven. Toch laat de praktijk iets opvallends zien: veel organisaties maken zich zorgen over de toekomst, maar komen zelf nauwelijks in beweging. Het gevolg? Een collectieve impasse. Iedereen kijkt naar elkaar, wachtend op actie. Met de beste bedoelingen, maar zonder daadwerkelijke stappen. Wat houdt ons tegen? En nog belangrijker: hoe komen we wél in beweging?
1. Externe motivatie is wankel
Externe prikkels, zoals wetgeving, subsidies of investeerdersdruk zijn wankele fundamenten. Ze kunnen verdwijnen, veranderen of afzwakken. En wanneer dat gebeurt, stokt vaak ook de motivatie. Kijk naar de Europese duurzaamheidsrapportage: toen de CSRD via het Omnibus-pakket werd afgezwakt, verdween circulariteit bij veel bedrijven van de agenda. Bovendien groeit het wantrouwen: uit onderzoek blijkt dat de helft van de consumenten denkt dat bedrijven die zich circulair noemen vooral aan greenwashing doen. Daardoor kiezen serieuze bedrijven er soms juist voor om níét zichtbaar te zijn, uit angst om onterecht in de verdachtenbank te belanden.
Wie circulariteit wil verankeren, kan beter zoeken naar intrinsieke drijfveren binnen de eigen organisatie: waar liggen logische aanknopingspunten met je strategie, merkbelofte of bedrijfsmodel? Wat past bij jullie manier van werken? Niet elk bedrijf hoeft duurzaamheid als kernmissie te hebben, maar ieder bedrijf kan het wél koppelen aan iets echts. Als het aansluit op wat al leeft in de organisatie, wordt het minder kwetsbaar voor hypes, wisselend beleid of externe druk.
2. Het probleem voelt te groot om op te lossen
Circulariteit wordt al snel gezien als iets enorms. Onoplosbaar. Grote mondiale uitdagingen die gevoelsmatig op de schouders van één organisatie terechtkomen, kunnen verlammend werken. Reacties als: “Het is toch een druppel op een hete plaat” of “Zij doen het ook niet” zijn illustratief voor die handelingsverlegenheid.
Maak het kleiner. Kies één materiaalstroom, één proces, één afdeling. Maak het zo concreet dat je het kunt aanraken en meten. Klein beginnen verlaagt de drempel en vergroot de kans op succes. En vaak werkt succes aanstekelijk.
3. Geen duidelijke meetlat
Circulariteit meten is complex. Elke sector heeft andere indicatoren, producten zijn niet vergelijkbaar, en wat precies ‘circulair genoeg’ is, blijft vaag en subjectief. Uit onderzoek blijkt dat 20 procent van de organisaties helemaal geen circulaire KPI’s hanteert. En wat je niet kunt meten, kun je niet managen. En wat niet gemanaged wordt, verdwijnt van de agenda.
Toch hoeft meten niet ingewikkeld te zijn. Afvalreductie wordt door meer dan de helft (61%) van de bedrijven al bijgehouden, gevolgd door CO₂-uitstoot (47%) en de productlevensduur en hergebruik (36%). Juist deze eenvoudige, tastbare KPI’s maken circulariteit concreet en stuurbaar. En dit heeft niet alleen ecologische, maar ook economische impact. Slimmer grondstoffengebruik leidt immers vaak tot lagere kosten, minder risico’s en sterkere ketenrelaties. Het mes snijdt aan twee kanten.
4. Geen gedeeld eigenaarschap in de organisatie
In veel organisaties is duurzaamheid ‘van een afdeling’: bijvoorbeeld facilitair, marketing of MVO. Maar als aankoop andere prioriteiten heeft, operations onder druk staat en finance vooral naar kosten kijkt, blijft circulariteit hangen in losse initiatieven. Zodra het schuurt met andere belangen, stokt de voortgang.
Breed eigenaarschap kan dat draagvlak vergroten. Organisaties die verschillende afdelingen betrekken, ervaren vaker dat circulaire stappen daadwerkelijk onderdeel worden van de bedrijfsvoering. Denk aan multidisciplinaire teams waarin aankoop, operations, finance en duurzaamheid samen optrekken. Ook helpt het als er budget, tijd en mandaat beschikbaar is om keuzes te maken en te experimenteren. Zo ontstaat ruimte om stap voor stap te leren, in plaats van dat circulariteit afhankelijk blijft van één enthousiaste afdeling.
5. Versnipperde ketenverantwoordelijkheid
Circulariteit is zelden een solomissie. Het vraagt om samenwerking in de hele keten, van producent tot verwerker. In de praktijk ontbreekt het echter vaak aan gedeelde standaarden, afspraken of gezamenlijke doelen. Zonder deze wijst iedereen naar de ander.
Dus breng ketenpartners bij elkaar en werk toe naar gezamenlijke uitgangspunten. Start bijvoorbeeld met één pilotproduct of -materiaal. Transparantie, samenwerking en gedeelde metrics zijn essentieel om circulaire ketens werkbaar en winstgevend te maken. En dat begint bij iemand die de eerste stap durft te zetten.
Wie het kleine niet eert…
Circulariteit hoeft niet groots en meeslepend te beginnen. Juist het zetten van een eerste, haalbare stap en het ervaren van concreet resultaat is vaak de motor voor verdere beweging. Klein beginnen is niet minder ambitieus, maar simpelweg slimmer. Door de struikelblokken te herkennen, kun je ze gerichter aanpakken. En er is meer: bedrijven die nu stappen zetten, bouwen aan veerkracht, voldoen eerder aan toekomstige wetgeving en zijn aantrekkelijker voor klanten, financiers en medewerkers. De vraag is niet of je meteen alles goed doet. De vraag is of je durft te bewegen terwijl anderen nog twijfelen.
Pascale Hendrickx, Managing Director Milgro België

