Chinese wagens beginnen aan de verovering van Europa

Er moet niet aan worden getwijfeld dat de Chinese autofabrikanten uiteindelijk ook op de Europese markt, die nochtans door een saturatie wordt gekenmerkt, een sterke afzet zullen vinden. Dat zeggen diverse autospecialisten tegenover de Zwitserse krant Le Temps naar aanleiding van het Autosalon van Peking, waar een honderdtal merken uit de hele wereld hun opwachting maakten.

De Chinese constructeurs vinden op het salon een groot podium om zich aan de internationale wereld voor te stellen. Tot nu toe heeft de Chinese autosector op de rest van de wereld relatief weinig impact, maar dat kan volgens de analisten snel veranderen.

Innovatief

“Verschillende Chinese merken – zoals Byd, Qoros of Dongfeng-Sokon (DFSK) – kwamen enkele jaren geleden naar het Autosalon van Genève, maar verdwenen weer snel,” zegt André Hefti, directeur van het Autosalon van Genève. “Er was duidelijk een kwaliteitsprobleem. Maar de Chinezen leren snel. Ze zullen ongetwijfeld terugkomen.”

“Dit jaar was China in Genève al aanwezig met een innovatieve elektrische sportwagen. Voor de volgende editie zijn er al behoorlijk wat positieve contacten. Er moet niet meer worden getwijfeld aan de kwaliteit van de Chinese producties. De inlijving van een aantal Europese merken, zoals Volvo, biedt hen toegang tot westerse technologie en knowhow.”

Voor François Launaz, president van Auto Suisse, is de introductie van de Chinese merken op de Europese automarkt slechts een kwestie van tijd. Hij verwijst naar de aankomst van de eerste Japanse en vervolgens Zuid-Koreaanse auto’s in Europa. “Er was toen ook heel wat leedvermaak,” zegt Launaz. “Merken zoals Toyota, Subaru en Honda hebben inmiddels echter een belangrijk deel van de Europese markt veroverd.”

“Wellicht zullen de Chinese fabrikanten eenzelfde traject volgen, maar uiteindelijk zullen ze zonder twijfel hun plaats op de Europese markt vinden.” Launaz merkt ook op dat de Chinese fabrikanten gemakkelijk Europese ingenieurs kunnen werven.

Distributie

Mogelijk zouden Chinese fabrikanten ook kunnen overwegen hun wagens in Europa te produceren. Een constructeur zoals Geely zou daarvoor beroep kunnen doen op de assemblagelijnen van dochterbedrijf Volvo in Göteborg in Zweden of Gent in België. Ook Japanse groepen zoals Toyota en Nissan hebben eerder al immers in Europa assemblage-activiteiten opgezet.

Volgens André Hefti is het voor Chinese bedrijven vanuit een economisch oogpunt echter op dit ogenblik rendabeler om in eigen land te produceren. Bovendien is er een precedent dat uiteindelijk op een mislukking is uitgelopen. Zes jaar geleden opende de Chinese fabrikant Great Wall Motors een fabriek in Bulgarije om de Europese markt te bedienen. De site werd vorig jaar echter opnieuw gesloten.

Volgens Launaz wordt de uitbouw van een efficiënt distributiekanaal de belangrijkste uitdaging waarmee de Chinese autobouwers op de Europese markt worden geconfronteerd. “Een samenwerking met bestaande onafhankelijke distributeurs lijkt de beste oplossing,” merkt hij op. “Het zou immers veel te duur uitvallen om een eigen distributienetwerk te ontplooien.”

Ook de saturatie van de Europese automarkt wordt vaak als een barrière aangeduid. “De markt staat echter nog wel open voor interessante nieuwe aanbiedingen,” zegt Launaz. “De Chinese autosector beschikt over producten die aan die vereisten voldoen. Bovendien staan de Chinese constructeurs bijzonder sterk in de ontwikkeling van elektrisch wagens.”

Meer