Chinese boeren en voedselproducenten kweken steeds zwaardere varkens. Zo hopen ze de torenhoge prijzen als gevolg van de Afrikaanse varkenspest weer naar beneden te halen en meer te kunnen verkopen.
Pang Cong, een Chinese boer in Nanning in Zuid-China, kweekt varkens van 500 kilogram, ongeveer even zwaar als een ijsbeer. Wanneer ze klaar zijn voor slachting, zullen de dieren elk meer dan 10.000 yuan (1.275 euro) waard zijn. Dat is gemiddeld drie keer zoveel als het gemiddelde maandelijkse inkomen in Nanning.
De boerderij van Cong is geen uitzondering. Chinese varkensboeren in het algemeen kweken steeds grotere dieren. Het gemiddelde gewicht in de Noordoostelijke provincie Jilin ligt ondertussen tussen 175 en 200 kilogram. En ook voedselproducenten Wens Foodstuffs Group Co, Cofco Meat Holding Ltd en Beijing Dabeinong Technology Group Co lieten optekenen dat ze dat gemiddelde in de hoogte aan het stuwen zijn. Nu klokt het af op 140 kilogram. Vroeger was dat 110 kilogram. ‘Het zou de winst met meer dan 30% doen stijgen’, zei Lin Guofa, senior analist bij consultancybedrijf Bric Agriculture Group, aan het zakenweekblad Bloomberg.
Afrikaanse varkenspest
De varkensprijzen zijn de laatste maanden sterk gestegen in China doordat de Afrikaanse Varkenspest de varkenspopulatie drastisch uitgedund heeft. Uit vrees voor inflatie spoorde de Chinese regering de boeren en bedrijven aan hun productie op te drijven. Grotere varkens kweken is daar een antwoord op.
Ook België wordt geraakt door de Afrikaanse Varkenspest, vooral omdat China, maar ook de Filipijnen en Zuid-Korea, voor Belgisch varkensvlees de deuren sloot. De Federatie van het Belgische Vlees (Febev) berekende dat dit de sector elke maand 22,42 miljoen euro kost.