Japan is momenteel wereldleider als het aankomt op de ontwikkeling van waterstoftechnologie. Maar daar lijkt verandering in te komen: het aantal nieuwe patenten die in Japan worden aangevraagd neemt af, terwijl de Chinese waterstofindustrie in een stroomversnelling terechtkomt.
Uit data van het Japanse onderzoeksbedrijf Astamuse blijkt dat Japan nog altijd aan de top staat als het aankomt op de ontwikkeling van waterstoftechnologie. Het zou vooral heel sterk staan op vlak van brandstofcellen, wat belangrijk is om de groene brandstof effectief toe te passen. Brandstofcellen zouden gebruikt kunnen worden om elektrische wagens aan te drijven, maar ook om bijvoorbeeld huizen te voorzien van stroom en zelfs om schepen aan te drijven.
Toyota Motor is bijvoorbeeld al drie decennia lang auto’s aan het ontwikkelen die aangedreven worden door brandstofcellen. In 2014 kwam de eerste door waterstof aangedreven auto van het merk op de markt: de Toyota Mirai. De nieuwste generatie daarvan reed vorig jaar een recordafstand van 1.360 kilometer op één volle waterstoftank.
Maar Japan doet het niet enkel op vlak van auto’s goed. Het Japanse petroleumbedrijf ENEOS en gasbedrijf Iwatani baten meer dan 160 waterstofstations uit. Bovendien proberen zij de kosten daarvan omlaag te drijven: momenteel kost het 300 tot 400 miljoen yen (2,2 tot 2,9 miljoen euro) om nieuwe stations te bouwen. De twee bedrijven proberen die kosten uiteindelijk te halveren.
China’s opmars begint zijn vruchten af te werpen
Hoewel Japan het nog altijd enorm goed doet – het vroeg 34,624 octrooien aan tussen 2011 en 2020 – begint het duidelijk te worden dat China het inhaalt. Tussen 2001 en 2010 vroeg Japan immers 30 procent meer patenten aan dan het decennium erop.
China daarentegen staat intussen op een duidelijke tweede plaats, waarbij het landen als de Verenigde Staten (VS) en Zuid-Korea in de voorbije jaren inhaalde. In de periode 2011 tot 2020 kon China 21,235 patenten aanvragen, tien keer meer dan het vorige decennium. In de periode 2001 tot 2010 stond China nog op de vijfde plaats in de wereldwijde rangschikking.
Bovendien versloeg China Japan in de jongste rangschikking in vier van de vijf categorieën die door Astamuse worden gevolgd: fabricatie, opslag, veiligheidscontroles en vervoer van waterstof. En hoewel Japan nog altijd koploper is op vlak van nieuwe technologie, lijkt het er stilaan op dat China ook op dat vlak probeert bij te benen.
Het land publiceerde in maart zelfs een roadmap over de ontwikkeling van waterstoftechnologie: de regering in Peking wil het aantal door waterstof aangedreven wagens in China tegen 2025 opkrikken naar 50.000 en wil bovendien meer investeren in de ontwikkeling van technologie om waterstof te produceren, opslaan en transporteren.
