China heft een 18 jaar oude importban op Japanse wagyusteak op als een soort charmeoffensief om de relaties tussen beide landen te verbeteren.
Op de vooravond van een Staatsbezoek aan de Chinese Volksrepubliek door Japans premier Shinzo Abe, werd de importban met onmiddelijke ingang geschrapt. Zo ligt de weg vrij voor het populairste Japanse landbouwproduct om opnieuw de eettafels van de grootste vleesconsumenten ter wereld te sieren, na bijna twee decennia.
China stelde een verbod in op Japanse biefstuk in 2001 toen de gekkekoeienziekte gesignaleerd was in Japan. Sinds 2009 is er geen geval van de ziekte meer gedetecteerd in het land. De vraag naar de steak, die bekend staat om zijn zachtheid en zijn met vet dooraderde structuur, was echter niet te temmen. Het werd en masse China in gesmokkeld. In 2015 arresteerde de politie van Shanghai een smokkelbende van 30 man.
De beslissing wordt gezien als een teken dat de relaties tussen de tweede en derde grootste economie van de wereld verbeteren. Beide landen staan al jaren op gespannen voet over historische en territoriale kwesties.
Wagyubiefstuk wordt in restaurants geserveerd als een luxeproduct, en groeide enorm in populariteit de voorbije jaren. Export van Japans rundsvlees klom naar 24,7 miljard yen (204 miljoen euro) in 2018 van slechts 3,4 miljard yen in 2010.
De Japanse regering zei eerder deze maand dat het hoopt de productie van wagyu-rundvlees van het land te verdubbelen tot 300.000 ton tegen 2035 om aan de stijgende overzeese vraag te voldoen.