Begin 2017 kondigde China aan om vanaf 1 januari 2018 te stoppen met het importeren van afval uit andere landen. Tot dan kon China doorgaan voor de vuilnisbelt van de wereld. De Chinezen importeerden elke jaar opnieuw zo’n 10 miljoen kubieke ton plastic afval. Goed voor zowat tweederde van alle afval in de wereld en 17 keer meer dan eender welk ander land.
De Verenigde Staten toonden zich een dankbare klant. Elk jaar exporteerden ze zo’n 40% van al hun recycleerbaar afval naar China. Daar werd het dan bewerkt. Maar na januari 2018 kwam dit alles tot stilstand.
Milieugroepen reageerden eerst nog positief op de Chinese beslissing. China zou zelf de ecologische baten van de kleinere afvalstromen ervaren. Exporteurs zouden verplicht worden alternatieven te zoeken.
Andere landen zouden hun productieproces efficiënter gaan organiseren. Op die manier zou minder afval worden gecreëerd. Of op zijn minst zou men voor een betere verwerking zorgen.
Alternatieve afvalbergen?
De afvalexporteurs hebben diverse strategieën gesuggereerd om het Chinese importverbod op te vangen. De Europese Unie dacht aan een mogelijke belasting op het gebruik van plastic. Groot-Brittannië zocht alternatieve bestemmingen in Zuidoost-Azië. De Verenigde Staten vroegen China zelfs om het importverbod op te heffen.
Maar experts moeten vandaag vaststellen dat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan nog steeds moeilijkheden ervaren om geschikte oplossingen te vinden. De exporteurs blijken grote problemen te hebben om een alternatieve bestemming te vinden. De gevolgen voor het milieu zijn vaak niet te overzien.
Steek het dan maar in brand
Amerikaanse steden die geen oplossing voor het probleem vinden doen nu iets anders. Steeds meer vuilnis wordt opgehoopt op speciaal daarvoor aangelegde plekken buiten de grootsteden. Steeds vaker wordt dat vuilnis nu ook gewoon in brand gestoken.
Dat leidt tot krankzinnige toestanden. In de stad Philadelphia bijvoorbeeld recycleren burgers hun lege flessen en blikjes. Maar de helft van al dat recycleerbaar materiaal komt nu in een verbrandingsoven terecht ergens buiten de stad. Daar gaat dagelijks 3.500 ton afval in vlammen op.
Steden die ooit oud papier kochten, betalen nu om datzelfde papier weg te halen. De stad Stamford (Connecticut) bijvoorbeeld haalde in 2017 zo nog 95.000 dollar op, vorig jaar betaalde het 700.000 dollar.
De Chinese beslissing verplicht andere landen nu om maatregelen te treffen om van hun afval af te raken. Maar ondertussen is het een gigantisch probleem geworden. Niet enkel voor het milieu, maat ook voor omliggende de gemeenschappen die worden blootgesteld aan giftige rook.