In Spanje dreigen twee Catalaanse separatistische partijen de centrale regering een zware rekening te presenteren. De Esquerra Republicana de Catalunya (ERC) en de Partido Demócrata Europeo Catalán (PDeCat) hebben immers laten weten geen steun te zullen verlenen aan de begroting die de Spaanse regering voor dit jaar wil indienen. Om een dergelijk scenario te vermijden, eisen de separatisten naar eigen zeggen van de Spaanse premier Pedro Sanchez een krachtige tegemoetkoming tegenover de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging. Indien geen vergelijk wordt bereikt, dreigt het einde van de Spaanse regering.

Een aantal leiders van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging moeten binnenkort voor de rechtbank verschijnen. Tegelijkertijd starten in het Spaanse parlement de debatten rond de nieuwe begroting. Catalaanse parlementsleden hebben echter aangekondigd een amendement op de volledige tekst te zullen indienen. Daardoor zou de begroting niet kunnen worden behandeld.

Steun

De socialist Pedro Sanchez werd in juni vorig jaar premier van Spanje. Hij kreeg daarbij ook de medewerking van partijen die de Catalaanse onafhankelijkheid nastreven. Die steun valt nu weg, want de ERC kondigde aan tegen de ontwerpbegroting te zullen stemmen.

Nochtans leken de plannen Catalonië belangrijke baten te zullen opleveren. Voorzien was dat 18 procent van de Spaanse overheidsbestedingen naar de regio zouden gaan. Dat was een verbetering met meer dan 50 procent tegenover vorig jaar. “Deze financiële argumenten volstaan niet,” benadrukt echter Joan Tarda, een parlementslid van de Catalaanse partij. “De Spaanse regering heeft zich door rechtse invloeden laten leiden en weigert een dialoog die het Catalaanse probleem op een democratische manier zou kunnen oplossen.”

De PDeCat laat de deur nog wel op een kier staan. Haar parlementslid Carles Campuzano benadrukte de regering nog enkele dagen respijt te geven om ruimte voor een dialoog te zoeken.

Rebellie

Waarnemers merken op dat de twee Catalaanse partijen zorgvuldig hun tijd hebben gekozen om in de aanval te gaan. Binnenkort gaat immers het proces tegen een aantal leiders van de Catalaanse separatistische beweging van start. De betrokkenen hadden anderhalf jaar geleden getracht een referendum voor zelfbeschikking samen te roepen. Daarmee overtraden ze echter de Spaanse wet.

Al maanden eisen de Catalaanse nationalistische partijen van de uitvoerende macht een krachtig gebaar ten gunste van de beklaagden. Daarbij was gehoopt dat de betichting van rebellie zou worden afgezwakt. Daardoor zouden de Catalaanse leiders minder zware sancties riskeren. Momenteel lopen zij het gevaar op celstraffen tot vijfentwintig jaar.

“De Spaanse regering koos er echter voor zich te schuilen achter de onafhankelijkheid van de rechtspraak,” zeggen de waarnemers. “Pedro Sanchez vreest immers dat grote toegevingen aan de Catalanen tot wrijvingen in zijn eigen Partido Socialista Obrero Español (Psoe) zouden kunnen leiden. Bovendien zou hij zich ook blootstellen aan aanvallen van de Partido de la Ciudadanía en de Partido Popular.”