Brits welzijnsgevoel heeft een zware klap gekregen

In India heeft de bevolking in het algemeen een positiever zicht op zijn persoonlijke gezondheid en welzijn dan in de meeste andere regio’s van de wereld.

Dat blijkt uit een studie van de Amerikaanse verzekeraar Cigna, die in dertien landen keek naar de perceptie van de bevolking over de kwaliteit van de eigen fysieke gezondheid, het familiale en sociale leven, de financiële welvaart en arbeid. India eindigde daarbij met een score van 73 punten op de eerste plaats, gevolgd door Thailand, China, Spanje en de Verenigde Arabische Emiraten. De laagste scores werden daarentegen geregistreerd in Hongkong, Taiwan en Zuid-Korea.

Onzekerheid

Opvallend in het onderzoek is echter vooral de terugval die in Groot-Brittannië moet worden opgetekend. Het land eindigt in het onderzoek op een achtste plaats en moet daarmee tegenover vorig jaar vijf posities prijsgeven. Daarbij wordt opgemerkt dat de meeste Britse respondenten aangeven in elke categorie van het onderzoek een achteruitgang van hun welzijn te hebben ervaren. Vooral de kwaliteit van het Britse familieleven zou het voorbije jaar een gevoelige klap hebben gekregen. “Meer dan de helft van de Britse respondenten gaven te kennen dat ze geen kans zagen om voldoende tijd met hun gezin door te brengen,” benadrukken de onderzoekers. Volgens Cigna heeft de terugval van Groot-Brittannië in de rangschikking vooral te maken met de toenemende financiële druk die de burgers van het land ervaren. Vele Britten zeggen angst te hebben voor de toekomst van hun kinderen en vrezen dat uiteindelijk ook de verzorging van hun ouders aan kwaliteit zal inboeten. Bovendien merkte slechts 20 procent van de Britten ook zonder arbeid op een voldoende financiële zekerheid te kunnen rekenen. De resultaten tonen volgens de onderzoekers aan dat een onzeker politiek en economisch klimaat, gekoppeld aan persoonlijke bezorgdheden over de toekomst, een zware tol eisen van het Britse welzijnsgevoel. (mah)