De scheiding met de Europese Unie dreigt Groot-Brittannië ook in de communicatie met de rest van de wereld in moeilijkheden te brengen. Dat wordt benadrukt in een column in de Britse zakenkrant Financial Times.
Bij de Britse bevolking moet volgens de krant immers een opvallend gebrek aan kennis van vreemde talen worden opgemerkt. De Financial Times stuurt dan ook aan op inspanningen om dat deficit weg te werken. “Het lidmaatschap van de Europese Unie heeft de Britse arbeidspopulatie taallui gemaakt,” aldus de Financial Times. “Groot-Brittannië bleek immers een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op werknemers uit andere Europese landen.” “Wanneer er op de werkvloer nood was aan kennis over een vreemde taal, kon dan ook meestal wel beroep worden gedaan op één van de aanwezige expats. Door de brexit dreigt die stroom aan buitenlandse werknemers echter op te drogen.” “Het Britse bedrijfsleven moet dan ook met een belangrijk taaldeficit rekening houden. Slechts 39 procent van de Britten denkt in een vreemde taal een conversatie te kunnen voeren.”
Angelsaksisch
“Een aantal Britse universiteiten hebben zelfs de deuren van hun divisies vreemde talen gesloten,” zegt de Financial Times. “Ook in het middelbaar onderwijs blijkt een duidelijk gebrek aan talenkennis. Het probleem kan echter niet louter een Brits fenomeen worden genoemd. Eerder moet gewag worden gemaakt van een angelsaksisch knelpunt.” Ook in Ierland geeft immers amper 40 procent van de bevolking toe een conversaties in een vreemde taal te kunnen voeren. In de Verenigde Staten en Australië lijkt de situatie nog problematischer. Daar blijkt slechts respectievelijk 22 procent en 10 procent van de tieners een vreemde taal te leren. “Engelstaligen voelen geen noodzaak om een andere taal aan te leren,” aldus de krant. “Het Engels is immers de wereldwijde voertaal geworden. Dat levert echter nieuwe problemen op. Een groot deel van de wereldbevolking drukt zich in de Engelse taal uit, maar de conversatie wordt moeilijker wanneer de Engelstaligen op figuurlijke uitdrukkingen overschakelen.” “Britten ervaren dan ook vaak moeilijkheden om zich in hun moedertaal tegenover anderstaligen verstaanbaar te maken. Gevreesd moet worden dat Britten na de brexit problemen zullen ervaren om zich op een vlotte manier door de nieuwe omgeving te bewegen. Het is duidelijk dat op taalgebied inspanningen zullen moeten worden gedaan.”
Militairen en migranten
“De beheersing van vreemde talen zorgt voor nieuwe perspectieven en denkpatronen,” betoogt de Financial Times. “Wie in zijn eigen taal blijft steken, dreigt ook in zijn eigen cultuur gevangen te blijven.” “Ooit bleek Groot-Brittannië op weg om met zijn taaldeficit af te rekenen. Vijftien jaar geleden studeerde 76 procent van de Engelse zestienjarigen een vreemde taal. Midden vorig decennium besliste de regering om dat taalexamen niet langer verplicht te maken. Sindsdien is het aantal cursisten gevoelig gedaald.” De beslissing van de overheid was ingegeven door een tekort aan leerkrachten. “Door de brexit dreigt dat probleem echter nog groter te worden,” wordt er opgemerkt. “Er moet immers worden vastgesteld dat het betrokken leerkrachtenkorps voor 35 procent afkomstig is uit andere landen van de Europese Unie.” Bovendien blijkt amper 6 procent van de studenten vreemde talen plannen te hebben voor een carrière in het onderwijs. “Groot-Brittannië koestert een ambitieus taalbeleid, maar heeft geen middelen om die streefdoelen te halen,” meent de krant. Er worden echter twee lichtpunten gezien. In de eerste plaats blijkt in het Britse leger een grote talenkennis aanwezig. Militairen die promotie willen maken, moet minstens één vreemde taal beheersen. Bovendien kan gerekend worden op de migrantengemeenschap. Het Britse onderwijs telt meer dan één miljoen studenten die een andere moedertaal hebben. In totaal vertegenwoordigt die groep meer dan driehonderd talen, waaronder Turks, Arabisch en Hindi. “Dat zijn interessante vaardigheden voor de toekomstige handelsrelaties,” aldus nog de krant. “Deze meertalige jongeren moeten eerder als een troef dan als een probleem worden benaderd.” (mah)