De Europese chauffeur heeft geen echte interesse in elektrische auto’s. Het zijn vooral de wetgevers die de technologie willen doordrukken. Dat zegt Klaus Frölich, bij de Duitse constructeur BMW verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling. Pas wanneer de chauffeur de voordelen van elektrische auto’s ervaart, zal hij volgens Frölich naar de nieuwe technologie overstappen.

Frölich denkt dat BMW zich dan ook in eerste instantie op hybride technologieën zal toespitsen. Die keuze combineert volgens hem immers de voordelen die zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor hebben te bieden.

Risico’s

“BMW zou perfect in staat zijn om Europa met een miljoen elektrische wagens te overspoelen,” aldus Frölich. “De consument heeft momenteel echter geen enkele intentie om voor een elektrische optie te kiezen. Promotoren van de elektrische aandrijving zien over het hoofd dat de technologie nog altijd een aantal risico’s inhoudt die de Europese chauffeur niet wenst te nemen.”

“Er is immers nog geen infrastructuur beschikbaar die met een elektrische auto het rijcomfort van verbrandingsmotoren kan evenaren. Onder meer de dichtheid van de oplaadstations en het bereik van de batterijen baren de chauffeur nog altijd zorgen. Daarnaast heeft de bestuurder ook geen enkel idee over de doorverkoopwaarde van elektrische wagens.”

De overheden doen volgens Frölich onvoldoende inspanningen om de verkoop van elektrische auto’s bij het brede publiek te promoten. Bovendien voert hij aan dat het gebruik van elektriciteit veel te duur blijft om vele chauffeurs te kunnen verleiden om de overstap te maken.

“In München kost één kilowattuur elektriciteit 50 eurocent,” voert hij aan. “Op die manier heeft een elektrische wagen een beduidend hogere gebruikskost dan een wagen met een traditionele dieselmotor.”

Hybride

“De oplossing zal wellicht van de hybride technologie komen,” voert Fröhlich aan. “Deze wagens behouden hun vertrouwde verbrandingsmotor, die de nodige kracht en autonomie garandeert. Die krachtbron krijgt echter ondersteuning van een elektrische motor, die in bepaalde omstandigheden voor de vereiste flexibiliteit kan zorgen. Deze combinatie laat de chauffeur toe over een wagen te kunnen beschikken die nog altijd grote afstanden kan afleggen, maar zich tegelijkertijd ook in nulemissie-zones kan begeven.”

Ondanks alle streven naar duurzaam vervoer, is gebleken dat de uitstoot van koolstofdioxide door de nieuwe personenwagens in Europa de voorbije twee jaar nog met 1,6 procent is toegenomen. Daarvoor is er volgens Frölich echter een logische verklaring. “Dat heeft te maken met de vervanging van dieselmotoren door een aandrijving op benzine,” zegt hij. “Benzine stoot immers meer koolstofdioxide uit dan diesel.”

Vorig jaar werden in Europa 8,5 miljoen wagens met benzinemotoren verkocht. Dat was een stijging met 11,8 procent tegenover het jaar voordien. Tegelijkertijd verkochten de autobouwers in Europa amper 302.000 elektrische wagens.