De studenten zijn bereid om meer hun handen uit de mouwen te steken. Uit een onderzoek van het uitzendbureau Randstad blijkt dat bijna de helft van hen sinds de versoepeling van de regels begin dit jaar meer wil werken.

Key takeaways

• Sinds begin dit jaar mogen studenten 650 uur per jaar werken. 46 procent van hen is dat ook bereid te doen, leert de rondvraag van Randstad ons.
• Bovendien blijkt dat 78 procent van de studenten onbeperkt wil bijverdienen.
• Volgens de rondvraag van het uitzendbureau zijn arbeider in een productiebedrijf en magazijnier de populairste studentenjobs.

Context: Studenten mogen sinds dit jaar 650 uur per jaar werken. Dat is een opmerkelijke verhoging in vergelijking met vroeger. Toen mochten ze maximaal 475 uur aan de slag gaan, maar in 2023 en 2024 werd dat plafond wel tijdelijk verhoogd tot 600 uur. Deze keer gaat het om een permanente verhoging.

• Studenten die meer uren kloppen, moeten vanaf het 651ste uur de normale sociale bijdragen betalen. Te veel werken kan er ook voor zorgen dat studenten (tijdelijk) geen recht meer hebben op het Groeipakket, het vroegere kindergeld.
• Dankzij de onlinedienst My Student@work en de app Student@work kunnen studenten controleren hoeveel uren ze nog kunnen werken tegen verminderde sociale bijdragen.

Bijna acht op tien studenten willen onbeperkt bijverdienen

In het nieuws: Volgens een rondvraag van Randstad bij 1.000 studenten is 46 procent van hen bereid om dit jaar meer te werken.

• Toch vindt een aanzienlijk deel van de studenten dat de aangepaste regelgeving niet ver genoeg gaat. Zo wil 78 procent onbeperkt bijverdienen.
  • Vergeet niet: Onbeperkt bijverdienen is vandaag al mogelijk, maar dan vallen studenten onder het gewone werknemersstatuut en betalen ze volledige sociale bijdragen, wat ook bijdraagt aan de duurzaamheid van het sociale zekerheidsstelsel.
• Volgens Wim Van der Linden, woordvoerder bij Randstad, blijft voorzichtigheid geboden.
  • “De verhoging naar 650 uur, goed voor zo’n 81 werkdagen, is goed nieuws voor werkgevers in een krappe arbeidsmarkt. Echter was het oorspronkelijke kader van 475 uur al billijk en RSZ-cijfers tonen aan dat slechts een beperkte groep jongeren, voornamelijk studenten tussen 18 en 23 jaar, richting het maximum gaat. Voor de meeste studenten blijft het aantal gewerkte uren lager”, klinkt het. “‘Hoewel de roep om onbeperkt bijverdienen luid klinkt, is verdere uitbreiding zonder verhoogde sociale bijdragen niet wenselijk. De huidige regeling biedt veel ruimte, maar moet wel in balans blijven met de duurzaamheid van het systeem en mag de studieresultaten niet ondermijnen.”
• De studie toont ook aan dat er op vlak van informatieverspreiding nog werk aan de winkel is.
  • Meer dan de helft van de studenten is zich niet bewust van de geplande verhoging van het maximumbedrag voor nettobestaansmiddelen naar 12.000 euro. Dit is nochtans een belangrijke wijziging, aangezien het gevolgen heeft voor het fiscaal ten laste blijven van de ouders.
  • Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat 66 procent van de studenten in het secundair onderwijs op de hoogte is van de aangepaste minimumleeftijd van 15 jaar, zonder bijkomende voorwaarden.

Arbeider productiebedrijf en magazijnier zijn populairste studentenjobs

Ook dit: Randstad onderzocht ook welke studentenjobs het populairst zijn.

• Arbeider in een productiebedrijf en magazijnier (beide 10%) vallen op dit moment het meeste in de smaak van de studenten, gevolgd door kassamedewerker (9%).
• Daarnaast blijven er duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen: meisjes werken vaker in de zorg, schoonmaak en als kassamedewerker, terwijl jongens vaker kiezen voor jobs als arbeider of administratief bediende.
  • Zo werkt 13 procent van de meisjes als kassamedewerker, tegenover 5 procent bij jongens.
  • 9 procent van de vrouwelijke studenten werkt als schoonmaker, tegenover 4 procent bij de jongens.
  • 7 procent van de meisjes werkt in de zorgsector, tegenover 1 procent bij de jongens.
  • Daar tegenover staat dat 17 procent van de jongens als arbeider heeft gewerkt (3% bij meisjes) en 11 procent als administratief bediende (5% bij meisjes).
  • We zien dat genderstereotypen zich ook al manifesteren in studentenjobs. Jongens kiezen vaker voor fysieke of technische functies, terwijl meisjes zich meer terugvinden in zorg, schoonmaak of kassawerk. Dat toont hoe diep rolpatronen verankerd zijn, nog voor de echte loopbaan begint,” zegt Van der Linden. “Studentenarbeid is vaak de eerste werkervaring en net daarom is het een uitgelezen kans om jongeren aan te moedigen over die grenzen heen te kijken. Niet alleen onderwijs en beleid, maar vooral ouders, familie en vrienden spelen hierin een cruciale rol. Door jongeren actief te stimuleren om buiten klassieke hokjes te denken, vergroten we hun toekomstkansen.”

Wil je op de hoogte blijven van alles wat er zich afspeelt in de financiële wereld? Niels Saelens, een journalist met een passie voor financiën, volgt alles op de voet op. Via deze link kan je je inschrijven op zijn dagelijkse nieuwsbrief.