Bill Gates, Jeff Bezos en Warren Buffett beschikken over een even groot vermogen als de 50 procent armste inwoners van de Verenigde Staten. Daarmee beschikken amper drie personen evenveel geld als honderdzestig miljoen minder gefortuneerde landgenoten.
Dat blijkt uit een rapport het Institute for Policy Studies. Gewaarschuwd wordt voor een aanhoudend groeiende kloof tussen arm en rijk, die als een morele crisis wordt omschreven. Er wordt aan toegevoegd dat de fiscale plannen van de Amerikaanse president Donald Trump die ongelijkheid nog dreigt te verergeren. Het 1 procent rijkste deel van de Amerikaanse bevolking zou immers 80 procent van de fiscale voordelen krijgen. “De overheid kan onmogelijk een belastingverlaging voor de allerrijkste Amerikanen overwegen,” aldus econoom Chuck Collins, auteur van het rapport. “Daarentegen moeten dringend acties worden ondernomen om de ongelijkheid te verminderen.” Vastgesteld werd dat Gates, Bezos en Buffett samen over een vermogen van 248,5 miljard dollar kunnen beschikken. Wanneer gekeken wordt naar de vierhonderd rijkste Amerikanen komt men aan een gezamenlijk vermogen van 2,68 biljoen dollar. Dat is meer dan het bruto binnenlandse product van Groot-Brittannië.
Minderheden
“De vierhonderd rijkste inwoners hebben een groter vermogen dan de 64 procent kleinste vermogens van de Verenigde Staten,” zegt Collins. “Er is hier sprake van ongeveer 80 miljoen gezinnen of 204 miljoen mensen. Die groep is groter dan de gecombineerde bevolking van Canada en Mexico.” Er wordt aan toegevoegd dat de kloof tussen de superrijken en de rest van de Amerikaanse bevolking de snelste groei uit de geschiedenis laat optekenen. Om tot vierhonderd rijkste inwoners van de Verenigde Staten te kunnen behoren, is een vermogen van 2 miljard dollar noodzakelijk. Dat vertegenwoordigde een stijging met 18 procent tegenover het jaar voordien. Tegenover het begin van de jaren tachtig is er zelfs sprake van een vertienvoudiging. In het rapport wordt opgemerkt dat veel Amerikanen zich bij initiatieven tegen de toenemende ongelijkheid aansluiten. “Een eeuw geleden leidde een gelijkaardige beweging over een periode van amper een generatie uiteindelijk tot een Amerikaanse maatschappij met een rechtvaardiger verdeling van de middelen,” betogen de onderzoekers. Er moet tegelijkertijd ook worden vastgesteld dat een recordaantal Amerikanen met armoede worden geconfronteerd. Die ongelijkheid is nog groter bij etnische minderheidsgroepen. Terwijl 14 procent van de blanke Amerikanen in armoede leven, loopt dat cijfer bij Latino’s en Afro-Amerikanen en tot respectievelijk 27 procent en 30 procent. (mah)