Benijd de rijken nooit, want ze leiden een miserabel leven…

Onderzoek omtrent rijkdom en geluk staat traditioneel bol van de tegenstellingen. Lange tijd bleek dat meer geld mensen niet gelukkiger maakt, tenminste eens een bepaald niveau is bereikt. Maar een nieuwe studie van de Gates Foundation portretteert de ultra-rijken nu zelfs als ‘door angst bevangen verloren zielen, die een zorgelijk leven leiden, vaak ontsierd door familiale onenigheid en diepe vetes over te veel geld…’

De 120 respondenten – mensen die over meer dan 25 miljoen dollar netto beschikken – worden in de conclusie van de studie omschreven als ‘een onvoldane groep, wiens geld heeft bijgedragen tot diepe ongerustheid inzake liefde, werk en familie.’

Zelfs over hun rijkdom lijken ze niet tevreden, want de meesten onder hen vinden dat ze geen financiële zekerheid hebben. Gemiddeld denken ze daarvoor ‘een kwart meer nodig te hebben dan wat ze vandaag bezitten.’

Een bloemlezing van hun bekommernissen:

Over het benijden van rijkdom: ‘Mochten we de mensen maar een beetje beter kunnen informeren, opdat ze zouden weten dat 20 of 200 miljoen hen niet noodzakelijk alles zal brengen waarop ze hopen, dan zouden ze zich misschien focussen op die zaken die er echt toe doen. Pas dan zouden ze van deze wereld een betere plaats kunnen maken en echt gelukkig worden…’

Waarom de armen zich gelukkig mogen prijzen: ‘Niemand van ons kan ‘een gebrek aan geld’ aanhalen om niet gelukkig te zijn of geen vrede te hebben met zichzelf,’ schrijft een respondent wat bitter.

Over liefde: Een moeder schrijft dat ‘de mannen in het leven van haar dochter zich machteloos zullen voelen omdat hun rol als kostwinnaar is ingenomen.’

Over kinderen: ‘Geld dreigt hun wereldbeeld danig te verstoren.’ of nog, ‘Geld geeft ze het gevoel dat men hen iets verschuldigd is, wat maakt dat ze er moeilijk in slagen gevoelens van empathie en medeleven te ontwikkelen’.

‘We proberen onze kinderen klusjes te laten opknappen, maar waarom zouden ze het gras maaien als we een voltijdse tuinier in dienst hebben?’

Over rijke vaders: ‘Ik ben opgegroeid met een vader die de controle over het bedrijf nooit heeft willen opgeven, maar me wel altijd trachtte te kleineren met opmerkingen over de zogenaamde kansen om hem op te volgen.’  Opmerking van zijn echtgenote: ‘Ik heb me ook nooit financiëel onafhankelijk kunnen voelen, omdat mijn schoonouders de erfenis van hun zonen streng controleerden’.

Waarom de rijken niet slimmer zijn: ‘Andere mensen verheerlijken rijkdom en denken dat rijkdom betekent dat anderen slimmer, wijzer en begenadigder zijn ‘.

Over erven: ‘Financiële vrijheid kan angst en twijfels veroorzaken. In mijn leven heb ik me vaak geïntimideerd gevoeld wat betreft mijn eigen capaciteiten, net omdat ik zo veel geld heb geërfd.’

Over geluk:  “Ik won de jackpot omdat ik bij het juiste bedrijf terechtkwam op het juiste moment. Ik heb nooit gedacht dat ik deze hoeveelheid geld op welke manier dan ook waard ben.’

Over vriendschap: ‘Rijkdom kan een barrière vormen om met mensen te connecteren,’ schrijft de echtgenote van een techgenie dat 80 miljoen verdiende. ‘Anderen begrijpen niet dat ook wij door emotioneel moeilijke tijden gaan. (‘Ja, jouw problemen wil ik ook wel!’)  ‘Men verwacht heimelijk ook dat wij altijd alles betalen wanneer we met vrienden uit eten gaan.’

Over feestdagen: ‘Rijken haten Kerst en andere feestdagen omdat men verwacht dat ze altijd grote cadeaus geven’.

Het doel van deze studie van de Gates Foundation en het Boston College Center on Wealth and Philanthropy was om van gefortuneerden betere en gullere schenkers te maken op vlak van liefdadigheid.

Door op de lasten van rijkdom te wijzen, lijkt die missie alvast geslaagd.

Meer