De Belgische tienjaarsrente is gestegen tot meer dan 3 procent, het hoogste niveau sinds 2012. Zo’n stijgende langetermijnrente kan vergaande gevolgen hebben voor jouw geld.
De Belgische tienjaarsrente is fors opgelopen. In iets meer dan een week tijd is die gestegen van 2,5 tot 3,05 procent. Die rente heeft de wind in de zeilen omdat ook elders in Europa de langetermijnrentes omhoog klimmen. We nemen Duitsland, de grootste economie van de Europese Unie, als voorbeeld. De Duitse tienjaarsrente is de afgelopen vijf handelsdagen gestegen van zo’n 2 naar 2,35 procent. Die toename kwam er na berichten dat de regering van Olaf Scholz de uitgifte van gezamenlijke EU-schuld zou steunen om de energiecrisis aan te pakken. Duitsland had zich daar tot nu toe altijd tegen gekant.
Kredietnemers
Een hogere tienjaarsrente is slecht nieuws voor de kredietnemers. Zij zien het prijskaartje van de leningen, en in het bijzonder de hypothecaire leningen, stijgen. De kredietgevers baseren zich op die langetermijnrente om het tarief van een lening met een langere looptijd te bepalen.
De rentebarometer van Immotheker leert ons dat een woonkrediet met een looptijd van 25 jaar en een quotiteit tussen 81 en 100 procent (de verhouding tussen het leenbedrag en de actuele waarde van een woning) sinds begin dit jaar is gestegen van 1,75 tot 3,28 procent.
Ook de tarieven van andere leningen zijn gestegen. Al vallen die prijsstijgingen nog mee in vergelijking met die van de woonleningen. Dat komt onder meer omdat de looptijden van consumentenkredieten korter zijn dan die van woonleningen, waardoor er naar andere referentierentes wordt gekeken.
Beleggers
Obligatiebeleggers delen in de klappen als de rente stijgt. Schuldpapier boet op de secundaire markt aan waarde in als de rente stijgt, omdat beleggers een hogere coupon krijgen bij nieuwe uitgiftes.
Aandelenbeleggers zien eveneens de koersen van hun effecten dalen als de rente terrein wint. Dat komt omdat veel beleggers hun aandelen dan inruilen voor vastrentende activa. Een stijgende rente weegt ook op de winstmarges van de bedrijven omdat ze hun schulden duurder zien worden. Dat kan leiden tot lagere dividenden.
Voornamelijk vastgoedbedrijven doen het minder goed als de langetermijnrente hoge toppen scheert, omdat ze in grote mate afhankelijk zijn van schuldfinanciering. Het komt dan ook als geen verrassing dat de Belgische vastgoedaandelen WDP en VGP sinds begin dit jaar rake klappen hebben gekregen. De aandelenkoersen van die bedrijven zijn met respectievelijk 45 en 70 procent gedaald.
Ook techbedrijven krijgen rake klappen bij een stijgende rente, omdat hun winsten gestoeld zijn op toekomstige winsten. Die worden dan minder waard.
Termijnrekeningen
De stijgende langetermijnrente is in principe goed nieuws voor de termijnrekeningen en kasbons. De vergoedingen op die beleggingsproducten stijgen in zo’n situatie. De financiële vergelijkingssite Spaargids.be merkt wel op dat de banken achterop blijven met het opwaarts aanpassen van hun tarieven.
“Vooralsnog bieden nog maar twee financiële instellingen 2 procent of meer op een termijnrekening met die looptijd. Deutsche Bank komt aan 2,34 procent, Izola Bank aan 2 procent”, klinkt het. Op die inkomsten moet je wel een roerende voorheffing (30 procent) betalen, waardoor je netto respectievelijk 1,64 en 1,40 procent overhoudt. Dat is dus nog ruimschoots onvoldoende om de inflatie bij te benen. Die bedroeg in ons land vorige maand 11,27 procent op jaarbasis.
En de spaarrente?
De langetermijnrente heeft niet zozeer een impact op de spaarrente. Die is voornamelijk afhankelijk van de kortetermijnrente, iets waar de Europese Centrale Bank (ECB) met haar rentebeleid een enorme impact op heeft. Sinds de eerste renteverhoging van de monetaire instelling in juli hebben verschillende banken, waaronder BNP Paribas Fortis en ING, afscheid genomen van de negatieve rente voor bedrijven en/of vermogende klanten.
Intussen hebben enkele kleinere banken de rente op de gewone spaarboekjes opgetrokken. De Belgische spaarbank CKV verhoogde begin deze maand bijvoorbeeld de spaarrente van 0,25 naar 0,70 procent. Daarmee heeft die financiële instelling momenteel het meest lucratieve spaarboekje op de markt.
(fjc)