Key takeaways

• Industriële groei heeft geleid tot een matige toename van het totale primaire energieverbruik in België, met 2,0 procent in 2024.
• Hernieuwbare energiebronnen zijn, ondanks een lichte daling van hun aandeel in het totale verbruik, gestaag toegenomen van 3,0 Mtoe (megaton olie-equivalent) in 2015 tot 4,8 Mtoe in 2024, en zijn nu goed voor 36 procent van de totale nationale primaire productie.
• Het land is nog steeds sterk afhankelijk van aardolieproducten, die 48 procent van het eindverbruik van energie uitmaakten in 2024.

In België is het energieverbruik in 2024 gematigd gestegen, voornamelijk door de industriële groei. Het totale primaire energieverbruik steeg met 2,0 procent ten opzichte van 2023, terwijl het eindverbruik met 2,6 procent steeg.

De industriële sector, die 25 procent van het eindverbruik van energie voor zijn rekening neemt, heeft een sleutelrol gespeeld in deze opwaartse trend. De andere grote sectoren zijn transport (24 procent) en woningen (19 procent).

Verhoogde zorg over afhankelijkheid van externe energiebronnen

Ondanks inspanningen om de energiebronnen te diversifiëren, is België nog steeds sterk afhankelijk van aardolieproducten, die 48 procent van het eindverbruik van energie uitmaken. Het land blijft sterk afhankelijk van de invoer van ruwe olie en aardgas: 75,9 procent van de energiebehoefte wordt gedekt door externe bronnen.

Het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het totale verbruik is licht gedaald (14 procent ten opzichte van 2023), maar dit is voornamelijk te wijten aan ongunstige weersomstandigheden die de productie van wind- en zonne-energie beïnvloeden, een verminderd gebruik van biobrandstoffen in de transportsector en een algemene stijging van het energieverbruik. Toch blijft de langetermijntrend voor hernieuwbare energie positief.

Groei in hernieuwbare energie

De primaire energieproductie uit hernieuwbare bronnen is gestaag toegenomen van 3,0 Mtoe (megaton olie-equivalent) in 2015 tot 4,8 Mtoe in 2024, en is nu goed voor 36 procent van de totale nationale primaire productie. De geïnstalleerde capaciteit voor zonne- en windenergie bereikte 14,7 gigawatt, goed voor meer dan de helft (52,1 procent) van de totale elektriciteitscapaciteit van het land. Windmolenparken op zee alleen al leverden genoeg energie om ongeveer 2,1 miljoen huizen per jaar van stroom te voorzien.

Bovendien daalden de energieprijzen voor huishoudens aanzienlijk in 2024: de aardgasprijzen daalden met 20,3 procent en de elektriciteitsprijzen lagen 18 procent lager dan het jaar ervoor.