In tegenstelling tot Duitsland en Nederland slaagt België erin om een achteruitgang van de economie te vermijden. Dat blijkt uit de jongste prognoses van de Nationale Bank. Al komt de groei wel lager uit dan verwacht.

In het nieuws: De Nationale Bank publiceert het economische groeicijfer van het tweede kwartaal en een een eerste schatting voor het huidige derde kwartaal.

• Het tweede kwartaal komt uit op 0,2 procent groei tegenover een kwartaal eerder. Dat is de helft lager dan de eerdere raming van juni en ook half zo traag als in het eerste kwartaal (telkens 0,4 procent).
• Dat tempo zou aanhouden in het lopende derde trimester: de econometrische modellen van de NBB geven opnieuw 0,2 procent aan, al zou volgens optimistische assumptie ook een groei tot 0,5 procent ook binnen handbereik zijn.

Meer details:

• Met de vraagzijde van de economie zit het momenteel relatief goed: de gezinnen geven uit, de bedrijfsinvesteringen blijven op peil en omdat het volgend jaar een verkiezingsjaar is, kunnen we verwachten dat de investeringen van lokale overheden de komende maanden een boost krijgen. Alleen de internationale handel (netto export) ontgoochelt.

• In vergelijking met het derde kwartaal van 2022 komt de groei uit op 0,9 procent.

Conclusie: “Een krimp van de Belgische economie in het derde kwartaal lijkt op dit moment weinig waarschijnlijk”, besluit de Nationale Bank.

Europese donderwolken

Uitgezoomd: De Europese Commissie is dan weer somberder geworden over de groei van de economie in de hele Europese Unie, zo blijkt uit de zomerramingen.

• “De economie van de EU blijft groeien, maar met een afnemend momentum”, schreef de Commissie, wijzend op de ontwikkelingen in de eerste helft van dit jaar. Vooral de particuliere consumptie is een bron van zorg. De hoge inflatie “eist een hogere tol dan voorzien in het voorjaar”. Wel blijft de arbeidsmarkt “uitzonderlijk sterk”.
• Voor dit jaar rekent de Commissie op een groei van 0,8 procent tegenover een jaar eerder, en voor volgend jaar op 1,4 procent. De oude ramingen stonden op respectievelijk 1,0 en 1,7 procent.