De bankenkoepel Febelfin verzette zich woensdag in een hoorzitting in de Kamer – niet onverwacht – tegen de vele ideeën rond een verhoogd minimumtarief voor de rente op spaarboekjes. “Zoiets lineair opleggen aan de hele sector is een slecht idee”, klonk het.
De context: De banken staan al weken onder druk om hun spaarrentes sneller te verhogen, zeker nu de Europese Centrale Bank maar doorgaat met renteverhogingen. Daardoor krijgen de banken al 4 procent rente als ze hun overtollige spaargeld bij de centrale bank stallen, terwijl de meeste spaarboekjes op de markt niet boven 2 procent rendement uitkomen.
- Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) verhoogde de druk op de banksector door een staatsbon met 2,81 procent rendement in de markt te zetten, met overdonderend succes. Hij sluit een herhaling niet uit.
- Daarnaast circuleren er enkele maanden ideeën voor een verplichte minimumrente, met een voorstel van Testaankoop als jongste variant.
Het nieuws: In een hoorzitting van de Kamercommissie Financiën noemden Febelfin-topman Karel Baert en zijn directeur Economische Zaken Geert Gielens een verplicht minimum voor de spaarrente “een slecht idee”, op basis van twee argumenten. Overigens bestaat er momenteel eigenlijk al een wettelijk minimum voor de spaarrente, maar dat is beperkt tot 0,11 procent.
1. “De inkomsten van een bank liggen grotendeels vast voor jaren”
Banken kunnen niet zomaar de spaarrente verhogen tot pakweg 3 procent, omdat hun balans dan in onevenwicht komt, zo verklaarden ze. “Zowel voor woonkredieten als voor bedrijfskredieten zitten banken jarenlang vast aan de lage rente die ze de voorbije jaren hebben toegekend.”
- Gielens gaf het courante woonkrediet op 20 jaar met vaste rente als voorbeeld. “Dergelijke kredieten werden aan erg lage rentevoeten toegekend aan de klanten, die daar jarenlang van kunnen genieten.” Omdat de banken de andere kant van de balans niet zomaar met een vingerknip kunnen aanpassen, heeft een stijging van de spaarrente meteen tot gevolg dat de winstgevendheid van de bank daalt.
- Volgens Febelfin zijn de winstmarges op hypotheekleningen ook heel beperkt in vergelijking met andere landen.
- “De banken worden slapend rijk via de ECB, werd de voorbije weken vaak gezegd. Welnu: het tegendeel is waar. Het spaargeld wordt bijna volledig geherinjecteerd in de Belgische economie, voor 94 procent. Dat parkeren bij de ECB slaat dus op slechts 6 procent van alle spaartegoeden”, stipte Baert ook aan.
2. “Er is niet zoiets als een typebank”
Een flink hogere verplichte minimumrente, bijvoorbeeld via wet, zou alle banken op dezelfde manier treffen. “Dat kan de financiële stabiliteit in gevaar brengen’, zegt Febelfin.
- “Het Belgische bankenlandschap bestaat uit banken met verschillende businessmodellen, van de klassieke retailbank tot meer gediversifieerde banken die meer risico’s nemen. Het is ook geen tegenstelling tussen grote en kleine banken: er zitten bijvoorbeeld grote banken in beide categorieën”, verklaarde Gielens.
- Een verplichte ondergrens voor de spaarrente zou vooral de klassieke spaarbanken aantasten, zo ging hij verder.
- Baert: “Het rendement op eigen vermogen verschilt sterk van bank tot bank. We moeten daarom banken toelaten om op hun eigen ritme de spaarrente te verhogen.”
Een andere stem
Nog dit: Economieprofessor Eric Dor (universiteit van Rijsel) nuanceerde in de hoorzitting het verband tussen de hypotheekrente en de spaarrente.
- “Er is geen mechanische relatie, hoewel je dat misschien zou denken. Frankrijk heeft bijvoorbeeld hogere spaarrentes dan België, maar ook lagere hypotheekrentes. Luxemburg heeft eveneens hogere spaarrentes dan bij ons, maar de hypotheekrentes zijn er niet zoveel hoger.”
- “Kortom: het is niet omdat de spaarrentes omhoog gaan – bijvoorbeeld door tussenkomst van de overheid – dat daardoor automatisch de hypotheekrentes ook moeten stijgen”, zo ging hij tegen Febelfin in.