Shoppinggigant Amazon spendeert dit jaar twee keer zoveel aan transportkosten om bestellingen sneller naar klanten te brengen.
Amazon gaat voor de feestdagen stevig investeren in transport. Dit jaar spendeert het bedrijf van Jeff Bezos maar liefst 35 miljard dollar aan vrachtvervoer. Dat is twee keer zoveel als twee jaar geleden.
Anderhalf miljoen dollar investeringen
Het bedrijf heeft investeerders op voorhand gewaarschuwd over die investering. De feestdagen alleen al zijn goed voor een extra anderhalf miljard dollar bovenop de standaardkosten. Daarmee moeten Prime-klanten hun bestelling de dag nadien al krijgen. Dat is sowieso de bedoeling, maar tijdens de feestdagen is dat een extra uitdaging.
Amazon heeft echter nog ambitieuzere doelstellingen. Het bedrijf experimenteert al even met levering via drones. Zodra dat op punt staat, moet het mogelijk zijn om binnen de dertig minuten na bestelling een pakketje af te leveren.
Kiva-robotica
Dat is volgens Amazons consumentenbaas Jeff Wilke enkel mogelijk met robotica. Amazon heeft intussen een netwerk aan distributiecentra uitgebouwd die nu al gedeeltelijk wordt gerund door robots.
Daarvoor kocht Amazon in 2012 Kiva. De deal, toen 775 miljoen dollar waard, bracht kleine, mobiele robotjes naar de magazijnen van Amazon. Die robotjes verschuiven rekjes en zorgen ervoor dat orderpickers op één plaats kunnen blijven. De robots rollen van afdeling naar afdeling om de pakketten samen te stellen.
Wandelrobot
Die Kiva-robots zitten intussen aan een vierde generatie en zijn een groot succes. De volgende evolutie zit letterlijk in de lucht: drones die aan huis leveren. Daarnaast test Amazon ook Scout uit, robots die op voetpaden de laatste meters tot de voordeur kunnen afleggen.
Afstanden en precisie zijn daarbij niet de grootste problemen. Zwerfkatten, vuilzakken en straatafval bezorgen de Kiva-ingenieurs wel hoofdpijn. De boodschap van Wilke is echter duidelijk. De toekomst van Amazons leveringen zit in de robotica. Binnenkort levert een wandelende robot dus de kerstpakjes.
Bron: CNN