Als de oorlog in Oekraïne al een zaak duidelijk heeft gemaakt, is het dat 7 jaar Gerhard Schröder en 16 jaar Angela Merkel de Duitse afhankelijkheid van Rusland en China onhoudbaar hebben gemaakt. De roekeloze naïviteit en het politiek plichtsverzuim op vlak van energiebevoorrading van Merkel en haar voorganger hebben ‘s lands afhankelijkheid van Rusland op een beschamende manier blootgelegd.
Het volgende grote risico voor Duitsland is ongetwijfeld China. Ook de Duitse afhankelijkheid van het regime-Xi Jinping wordt steeds meer in vraag gesteld. Duitsland was lang het wonderkind van de wereldeconomie, mede dankzij sterke economische banden met China. Dat China op een dag technologisch leider zou worden in een aantal belangrijke industrieën werd dertig jaar geleden nog als ondenkbaar weggezet. Vandaag is het zo ver. Maar er is meer.
Europese afhankelijkheid van China is enorm
In een verslag dat in 2020 door de Europese Commissie werd gepubliceerd, staat te lezen dat:
- Europa 65 procent van de grondstoffen voor de ontwikkeling van elektromotoren uit China importeert.
- 54 procent van de grondstoffen voor windturbines uit China komt.
- Ook 53 procent van de materialen voor fotovoltaïsche technologieën uit China komt.
Wie elektromotoren bouwt, heeft permanente magneten van zeldzame aardmetalen nodig. In elke elektrische auto zit al één tot twee kilo van die metalen. De European Raw Materials Alliance (ERMA) raamt de wereldwijde vraag naar zeldzame aardmagneten voor de bouw van elektrische voertuigen op 70.000 ton per jaar tegen 2030. Bovendien is jaarlijks meer dan 100.000 ton nodig voor de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen, voor werktuigmachines of voor robots.
Chinese bedrijven controleren meer dan 70% van de wereldproductie van zeldzame aardmetalen en meer dan 90% van de verwerking ervan. Overal ter wereld kopen de Chinezen toegankelijke lithiumvoorraden op. De EU is bijna volledig afhankelijk van invoer. 98 procent van de zeldzame aardmagneten op de EU-markt is afkomstig van Chinese productie. Ongeveer 90 procent van de wereldwijde magneetproductie komt uit China.
Als de Europese klimaatplannen worden gevolgd, zal de vraag naar lithium tegen 2030 met een factor 18 toenemen, tegen 2050 zelfs met een factor 60. Volgens de IFO wordt 75% van de input voor de automobielindustrie in China gemaakt. De situatie voor computers en elektronische apparatuur is gelijkaardig: meer dan 70 procent ervan komt uit China.

De kwestie Taiwan
Als China echt Taiwan wil binnenvallen, dan zal het uit Poetins Ruslandavontuur ongetwijfeld de juiste lessen trekken. Maar mocht het Westen even vastberaden reageren op een eventuele annexatie van Taiwan als op de invasie van Oekraïne, dan kan het Xi Jinping onmogelijk zware economische sancties besparen. Net daar wringt de schoen. Zware sancties zouden aan de hand van bovenvermelde gegevens van de Europese Commissie niet minder dan de economische ineenstorting van de belangrijkste Europese industrieën betekenen. Het probleem van Europa’s strategische afhankelijkheid van China wordt elk jaar groter. China zelf breidt ondertussen zijn invloed uit op zowat alle continenten.
Oorlog in Oekraïne heeft Europa doen ontwaken
De oorlog in Oekraïne heeft de politieke elite in verschillende Europese hoofdsteden wakker geschud. Een virtuele top tussen de EU en China op 1 april had al aangetoond hoe ver de geestesgesteldheid van beide economische supermachten steeds verder uit elkaar evolueert. Josep Borrell, het hoofd van het buitenlands beleid van de EU, omschreef de top als een “dovemansgesprek”.
De top had een gelegenheid moeten zijn om de spanningen te verminderen en het bloedvergieten in Oekraïne te helpen stoppen. Maar in plaats daarvan leverde de topontmoeting tussen de EU en China weinig minder dan een breuk op.
Dat brengt niet enkel Duitsland, maar ook andere nationale regeringen in de EU ertoe hun individuele en collectieve betrekkingen met China opnieuw te evalueren.

China, noch de EU hebben veel manoeuvreerruimte
China is met een volume van 586 miljard euro (2020) nu een grotere handelspartner voor de EU dan de VS. Sommige Duitse autofabrikanten zijn afhankelijker van de verkoop in China dan in Amerika. Volkswagen verkoopt 40 procent van zijn wagens in China. Vandaag worden in China meer personenauto’s verkocht dan in Europa en de VS samen. Bij BMW en Mercedes komt een derde van de winst uit China.
BASF bouwt momenteel in Zhanjiang de grootste fabriek uit haar geschiedenis voor ongeveer tien miljard euro. Dit betekent dat ontkoppeling, zoals door de VS wordt bekeken, niet mogelijk is zonder massale en dus voor de balans relevante afschrijvingen.
Anderzijds heeft China zich ook een plaats veroverd binnen de Duitse industrie. Mercedes-Benz, het vroegere icoon van de Duitse automobielindustrie, is nu voor 20 procent in handen van Chinese aandeelhouders. De Duitse robotproducent Kuka uit Augsburg is volledig overgenomen door een Chinese producent van huishoudelijke apparaten. De ontbinding van dit verband tussen de twee economieën – de ontkoppeling waarover Donald Trump het had – is de facto alleen mogelijk door onteigening.
Industrie komt met een beleefde vorm van oorlogsverklaring

Bedrijven in Duitsland en China zullen zich niet laten verdelen door de oorlogsspelletjes van politici. Zij steunden de sancties tegen Rusland. Maar een soortgelijke benadering van China raakt de kern van het Duitse en Europese bedrijfsmodel.
De opmerkingen van Herbert Diess op de jaarlijkse algemene vergadering van VW moeten door de politieke klasse dan ook worden gezien als een beleefde vorm van oorlogsverklaring. Want bedrijven zijn de oorlog beu. Diess vraagt om alles in het werk te stellen om de oorlog in Oekraïne te stoppen, terug te keren naar de onderhandelingstafel en de wereld weer te openen.
(jvdh)