De Europese Commissie stapt naar het Europees Hof van Justitie om de fiscale vrijstelling van de Belgische gereglementeerde spaarboekjes aan te vechten. Volgens Europa belemmert die fiscale regeling het vrij verkeer van diensten en kapitaal. Maar de afschaffing van de fiscale vrijstelling zou wel eens vergaande gevolgen kunnen hebben.
In het nieuws: De Europese Commissie wil dat België de fiscale vrijstelling voor gereglementeerde spaarboekjes schrapt.
- Dankzij die vrijstelling moeten de Belgische spaarders op de eerste 1.020 euro aan spaaropbrengsten geen roerende voorheffing betalen.
- Daarenboven geldt er een gunstregeling wanneer je spaargeld meer opbrengt. Op alle interesten boven dat plafondbedrag ben je de fiscus een roerende voorheffing van 15 procent verschuldigd. Normaal bedraagt dat tarief 30 procent.
- Een gereglementeerde spaarrekening, die dus in aanmerking komt voor een fiscale vrijstelling, moet aan een resem voorwaarden voldoen. Volgens de Europese Commissie zijn die zodanig strikt dat de buitenlandse spaarboekjes daar niet aan tegemoet kunnen komen, wat dus tot een oneerlijk concurrentievoordeel leidt voor de Belgische rekeningen.
Wat als België de fiscale vrijstelling moet schrappen?
Duiding: Het einde van de fiscale vrijstelling zou mogelijk ook het einde inluiden van de gereglementeerde spaarboekjes. En dat kan wel eens vergaande gevolgen hebben.
- De wet (vastgesteld in art. 21 WIB 92 en art. 2 KB/WIB 92) bepaalt dat de gereglementeerde spaarrekeningen uit een basisrente en getrouwheidspremie moeten bestaan. Die spaarvergoedingen mogen nooit lager zijn dan respectievelijk 0,01 en 0,1 procent. Negatieve spaarrentes zijn dus uitgesloten.
- Indien die vereist wegvalt, zijn de banken vrij om zelf de samenstelling van de spaarrente te bepalen. Ze kunnen dan niet langer verplicht worden om zowel een basisrente als getrouwheidspremie aan te bieden.
- Ons land telt vandaag al drie niet-gereglementeerde spaarrekeningen: Saver Account van Izola Bank, Easy Savings van Bunq en de Flex-rekening van NIBC. Die spaarboekjes belonen de spaarders enkel met een basisrente.
- Voorts bestaat de kans dat met de afschaffing van de gereglementeerde spaarboekjes de minimumrente van 0,11 procent zal verdwijnen. Voor niet-gereglementeerde spaarboekjes geldt die verplichting immers niet.
- Sommige banken hebben tijdens het soepele geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) niet-gereglementeerde formules aan hun gamma toegevoegd. Triodos Bank heeft in 2020 bijvoorbeeld alle gereglementeerde spaarrekeningen vervangen door niet-gereglementeerde varianten zodat de financiële instelling de rente tot 0 procent kon laten zakken. Intussen zijn die formules opnieuw gereglementeerd.
- Sommige spelers pakten zelfs uit met negatieve spaarrentes. Dat was het geval bij enkele grootbanken. Bij ING konden de klanten in 2021/2022 tijdelijk maximaal 250.000 euro op een gereglementeerde spaarrekening parkeren. Zodra een spaarder meer geld op een spaarboekje had staan, verplaatste de financiële instelling de deposito’s boven dat plafondbedrag naar een zichtrekening. Daar gold opnieuw een drempel van 250.000 euro: wie meer had, betaalde op het extra bedrag een strafrente van 0,5 procent.
Negatieve spaarrentes zullen niet voor meteen zijn
Maar: Zelfs als de fiscale vrijstelling en de gereglementeerde spaarboekjes verdwijnen, moeten we niet meteen bang zijn voor negatieve spaarrentes.
- Vandaag ligt de depositorente – de vergoeding die de banken krijgen op het kapitaal dat ze stallen bij de ECB – veel hoger dan enkele jaren geleden. Op het dieptepunt moesten de banken een vergoeding van 0,5 procent betalen op de overtollige spaardeposito’s. Vandaag krijgen ze een rente van 3,75 procent. De financiële instellingen hebben dus geen enkele reden om de spaarrentes tot 0,11 procent of lager te laten zakken.
- Kans is ook klein dat we snel opnieuw in situatie zullen terechtkomen waarbij de depositorente negatief zal zijn. De ECB zag zich destijds genoodzaakt die zo diep te laten zakken, omdat de inflatie fors onder de doelstelling van de monetaire instelling bleef, zijnde 2 procent. Vandaag is de situatie net omgekeerd. De inflatie ligt boven dat doel. De consumentenprijzen in de eurozone waren in juni met 2,5 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder.
- In oktober 2022 bedroeg de inflatie zelfs 10,6 procent. Dat verklaart waarom de ECB in iets meer dan een jaar tijd de beleidsrente zo fors heeft opgetrokken.