Uit cijfers van het Federaal Planbureau, waarover De Standaard bericht, blijkt dat het aantal leefloners in ons land de voorbije twee decennia fors is toegenomen.
In het nieuws: Het aantal mensen met een leefloon is sinds de eeuwwisseling sterk gestegen.
- Ons land telde in februari 156.897 leefloners.
- De stijging ten opzichte van 2003 is onmiskenbaar. Toen stond de teller op 74.000, of 0,7 procent van de bevolking, tegenover 1,34 procent vandaag. Dat is een verdubbeling in vergelijking met twintig jaar geleden.
- Volgens het Federaal Planbureau is het aantal mensen dat een beroep doet op het OCMW sterk gestegen tijdens de regering-Michel (2014-2018), maar die toename is sindsdien niet tot een halt gekomen. Een van de redenen daarvoor zijn de striktere regels om een werkloosheidsuitkering te krijgen die onder de vorige regering (en onder de regering Di Rupo daarvoor) werden ingevoerd. Voorts moesten we de voorbije jaren het hoofd bieden aan allerhande crises, waaronder de energie- en koopkrachtcrisis. Het groeiende aantal vluchtelingen heeft ook een rol gespeeld, merkt het rapport op.
- De factuur voor de regering-De Croo is hoog: die zal dit jaar volgens de ramingen oplopen tot een recordbedrag van meer dan 1,5 miljard euro. De Standaard wijst erop dat de federale overheid tussen 60 en 100 procent het leefloon dat de OCMW’s toekennen, financiert. Een alleenstaande ontvangt een leefloon van gemiddeld 1.238 euro. Voor iemand met kinderen loopt dat bedrag op tot gemiddeld 1.673 euro.
Details: Wallonië en Brussel hebben de meeste leefloners.
- Zowat 46 procent van de leefloners woont in Wallonië, 29 procent in Brussel en iets meer dan 25 procent in Vlaanderen. De N-VA, bij monde van de voorzitter Bart De Wever, was er als de kippen bij om op die cijfers te reageren: “Na decennia van aanhoudend links stemmen, ziehier het resultaat: met 40 procent van de bevolking leveren de Franstaligen drie vierde van de leefloners”, klinkt het op Twitter.
- Een belangrijke vaststelling van het Planbureau is dat er vanaf 2015 een “harde kern” van leefloners in het systeem blijft zitten. “Zij worden geconfronteerd met een veelheid van problemen die hun maatschappelijke integratie via een betaalde job belemmeren”, klinkt het. De overheidsorganisatie maakt de vergelijking met langdurige zieken, een groep die ook heel moeilijk te activeren is.
(ns)