De bouwsector bevindt zich nog steeds in zwaar weer. De aangroei die er door de coronapandemie was, is volledig stilgevallen. Niko Demeester, CEO van confederatie Embuild, legt uit wat er volgens hem moet gebeuren.
Beluister hieronder het volledige gesprek met Niko Demeester:
De essentie: De aangroei in de bouwsector is stilgevallen door de hogere rente. Particulieren wachten af. De sector dringt er op aan om het btw-tarief op sloop- en heropbouwwerken op 6 procent te behouden, iets waar de federale regering van af wil.
- Demeester: “Door corona wilde iedereen bouwen of verbouwen. In 2022 alleen al waren er netto 3.500 bouwbedrijven bijgekomen. In de eerste helft van dit jaar zijn er maar een schamele 820 bijgekomen. De groei van de bedrijven in de bouwsector gaat dus drastisch achteruit.”
- “Veel bouwbedrijven worden stopgezet of gaan zelfs failliet. Aannemers en installateurs verlaten gedwongen of uit vrije wil de sector, omdat het moeilijk is om het hoofd boven water te houden.”
- “De oorzaak ligt bij de verviervoudiging van hypothecaire rente”, aldus Demeester. “De rentevoet is van 1 naar 4 procent gestegen op een jaar tijd, waardoor het lenen voor een renovatie of nieuwbouw in een klap veel duurder is geworden. Mensen houden de vinger op de knip. De vraag is volledig stilgevallen in de eerste helft van dit jaar.”
Beterschap voor de bouwsector in 2024?
- “We moeten hopen dat de aankoop van een stuk grond of van een huis vanaf 2024 goedkoper zal worden. De eerste tekenen daartoe zien we wel. Want een hogere rente leidt ertoe dat de aankoopprijs in principe wat gedrukt wordt. Maar de markt moet zich nog zetten, dus dit jaar zal een verloren jaar zijn.”
- “De btw voor sloop en heropbouw staat momenteel op 6 procent. Maar die maatregel loopt eind dit jaar af. De federale regering moet die maatregel absoluut verlengen, ook in 2024. Want we zien nu al dat heel veel mensen aarzelen om te beginnen aan een sloop- en heropbouwproject.”
- “Als zo’n project pas in 2024 klaar raakt, dan riskeert men 21 procent btw te moeten betalen. Dat kan 20.000 tot 60.000 euro schelen. Dat is een enorme som die we zeker moeten vermijden”, besluit Demeester.
(nd)