De dollar heeft de kloof met de euro wat meer kunnen dichten dankzij een strikter monetair beleid van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank. Geconfronteerd met de inflatie, maar ook met de risico’s van beurscorrecties, is de Europese Centrale Bank (ECB) nog niet van plan haar monetaire beleid aan te scherpen. Maar de depreciatie van de euro is goed, tot op zekere hoogte.
Wat is de ECB aan het doen? Vorige week waarschuwde de vicepresident van de ECB voor mogelijke correcties op de aandelen- en vastgoedmarkt volgend jaar. Kortom, hij waarschuwde voor een crisis die door de instelling zelf wordt aangewakkerd. Ondanks de inflatie is de ECB namelijk niet van plan de rentetarieven aan te passen. Als gevolg daarvan nemen zelfs kleine spaarders risico’s en investeren zij zowel in de aandelenmarkten als in onroerend goed.
Het laissez-faire-beleid van de ECB heeft nog andere gevolgen. In het licht van de meer interventionistische (althans in intentie) Amerikaanse Federal Reserve, heeft de dollar een aantal positieve weken achter de rug. Een euro wordt verhandeld tegen 1,13 dollar. Begin januari was dat nog 1,23 dollar. De Fed heeft duidelijk gemaakt dat zij medio 2022 een einde zal maken aan haar beleid om geld bij te drukken, terwijl verwacht wordt dat zij volgend jaar de rente ten minste twee tot drie keer zal wijzigen. Bij de ECB is het radiostilte. “Madame Inflation” beweegt niet.
Natuurlijke wisselkoers
Voor Marc Touati, columnist voor Capital en stichter van de financieel-economische website ACDEFI, is deze depreciatie “goed nieuws voor de Europese economie”. Volgens de econoom is het normale niveau van de euro ten opzichte van de dollar 1,10 in koopkrachtpariteit of volgens de natuurlijke wisselkoers – Natrex – die de koers berekent op basis van groei, inflatie, besparingen of de handelsbalans tussen twee entiteiten.
Maar deze Natrex is niet voor elk Europees land hetzelfde. In sommige landen, zoals Duitsland, Nederland of Luxemburg, is de wisselkoers meer 1,35, terwijl dat in Frankrijk meer 1,05 is. Niet alle landen profiteren in gelijke mate van de huidige daling van de euro, die in sommige landen naar verwachting nog verder zal dalen. Andere landen, zoals Griekenland of Italië, hebben daarentegen een wisselkoers van 0,9 en 0,7 dollar voor één euro.
Groei
“Een zwakke euro zou een goede impuls zijn voor de eurozone”, aldus Marc Touati. “Omdat het ons in staat zou stellen onze groei in te halen. Vanaf het eerste kwartaal van 2018 begon de groeikloof immers opnieuw in het voordeel van Uncle Sam uit te vallen en sindsdien is ze blijven toenemen, vooral sinds de start de pandemie (met uitzondering van het tweede kwartaal van 2021). De cijfers spreken voor zich: van het vierde kwartaal van 2017 tot het derde kwartaal van 2021 is het bbp in de eurozone met 1,8 procent gegroeid, maar in de VS met 6,4 procent. Van het eerste kwartaal van 1995 tot het derde kwartaal van 2021 bedraagt het cumulatieve jaarlijkse groeiverschil tussen de VS en de EU 98,2 punten.”
En volgens de econoom zal dit groeiverschil de komende kwartalen waarschijnlijk nog groter worden. De depreciatie van de euro zou ons dus op zijn minst moeten helpen een recessie te vermijden door onze export te stimuleren, Europese producten competitiever te maken en, ten slotte, buitenlandse investeringen in de eurozone aan te moedigen. Dus ja, een zwakke euro is een goede zaak voor de Europese economie.
“Maar wees voorzichtig”, waarschuwt Marc Touati, “we moeten niet te ver gaan, want een te lage euro, en zelfs lager dan de dollar, zou ook de geloofwaardigheid van de EMU kunnen aantasten en een beweging van wantrouwen jegens de EMU op gang kunnen brengen. Als gevolg daarvan zou de rente op de obligaties van bepaalde staten, waaronder Griekenland, Italië en Frankrijk, gevaarlijk kunnen stijgen, waardoor de crisis van de overheidsschuld wordt gereactiveerd, die, zoals een tijdelijk ingeslapen vulkaan, weer zou kunnen ontwaken en nog verwoestender zou kunnen worden dan in het verleden het geval was.”
“Het is triest om te schrijven, maar de grens tussen hemel en hel is soms erg dun, vooral in Europa.”
(NS/LP)