Een ‘bevroren conflict’ tussen Armenië en Azerbeidzjan is dit weekend in sneltempo ontdooid. Een eeuwenoud dispuut over de betwiste grensregio Nagarno-Kharabach laaide sterk op, met tientallen burgerslachtoffers tot gevolg.
Armenië beschuldigt zijn buur ervan lucht- en artillerieaanvallen te lanceren op Armeense burgers. Azerbeidzjan beweert dat het reageerde op Armeens geschut. Minstens 20 mensen verloren het leven. Beide landen hebben de staat van beleg afgekondigd en evacueren hun burgerbevolking uit het gebied.
Weinig volkeren haten elkaar meer dan de Armeniërs en de Azerbeidzjani, en dat komt vooral door het conflict over Nagorno-Karabach. Dat was een autonome regio tijdens het Sovjet-tijdperk. Volgens de Verenigde Naties hoort het gebied bij Azerbeidzjan, de facto is het grotendeels ingelijfd door Armenië.
Bezet gebied
Het dispuut over wie recht heeft op de onherbergzame, dunbevolkte grensregio is al eeuwen aan de gang. De val van de Sovjet-Unie luidde de laatste episode in van de gevechten. In 1991 begon een drie jaar durende bloedige oorlog om de strategische regio Nagorno-Karabakh. De Armeniërs veroverden er een groot territorium en gooiden de lokale bevolking buiten. Zo’n 600.000 Azerbeidzjani moesten vluchten.
De VN Veiligheidsraad verplichtte Armenië om de bezette gebieden te verlaten middels vier resoluties, maar het land legde die naast zich neer. In Armenië spreken ze over bevrijde gebieden, op Armeense kaarten is het gebied aangeduid als Armeens territorium.
Risico op proxy-oorlog
Beide landen beschikken over massa’s natuurlijke grondstoffen, hoewel Armenië geen fossiele brandstoffen heeft. In dat geval is een proxy-oorlog nooit ver weg. Dat is een situatie waarbij externe grootmachten het conflict voeden om hun eigen belangen (lees: goedkope grondstoffen) veilig te stellen. Het christelijk-orthodoxe Armenië wordt gesteund door Rusland, Turkije staat achter het eerder islamitische Azerbeidzjan. Turkije is uiteraard ook de grote aartsvijand van Armenië, door wat historici bestempelen als ‘de Armeense genocide’ in het begin van vorige eeuw.
Het huidige conflict is al jaren aan het sluimeren, dus beide landen hebben zich de voorbije jaren sterk bewapend. Alle ingrediënten voor een escalatie van het geweld zijn aanwezig. Bovendien bestaat het risico dat de regionale zwaargewichten erbij gesleurd worden. De internationale gemeenschap dringt dan ook sterk aan op een staakt-het-vuren. Iran, dat goede relaties onderhoudt met beide landen, heeft aangeboden om te bemiddelen.