Voor sommigen niet meer dan een halte op weg naar Azië, voor anderen the next big thing wat citytrips betreft. Feit is dat Abu Dhabi toeristisch gezien flink in de lift zit. Wat vijftig jaar geleden nog voornamelijk woestijn was, lijkt nu wel een ‘Manhattan van het Midden-Oosten’. Maar dan eentje met turquoise zeewater en witte zandstranden.
Met Dubai als mondaine bliksemafleider heeft Abu Dhabi – zowel de stad als het emiraat – zich de laatste jaren op eigen tempo kunnen ontwikkelen. Maar met de opening van het Louvre trad de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten eindelijk uit de schaduw van haar grote broer.
Abu Dhabi is ongetwijfeld the next big thing in het Midden-Oosten. Een opmerkelijke transformatie, want Abu Dhabi City was in de jaren dertig van de vorige eeuw – voordat er ooit sprake was van oliedollars – nog een dorp vol parelvissers (en één fort) op een stoffig eiland aan de rand van de woestijn.
Zelfs in 1971, toen de Verenigde Arabische Emiraten werden gevormd en Abu Dhabi tot hoofdstad van het nieuwe land werd verheven, stelde Dubais kleine broertje nog niet veel voor.
Anno 2020 loopt de stad echter over van toeristische charme: een indrukwekkende skyline, prachtige hotels, hippe beachclubs, een mondaine sfeer, een megalomane moskee, een eiland vol pretparken, een eigen Louvre en een gepland Guggenheim, … En de toeristen, die happen gretig toe. Volledig terecht, overigens.
50 graden Celsius
Met een olie- en gasreserve die nog makkelijk meekan tot na het jaar 2100, heeft het emiraat Abu Dhabi – in tegenstelling tot buurman Dubai – nooit de nood gevoeld om massatoerisme aan te trekken.
Bijna twee derde van haar bnp heeft Abu Dhabi nog steeds te danken aan haar ondergrondse schatten. Toch groeit stilaan het besef dat fossiele brandstoffen en de rijkdom die daaruit voortvloeit (de Verenigde Arabische Emiraten staan in de top 10 van rijkste landen ter wereld) eindig zijn. En wil het land ook in de volgende eeuw in die top 10 blijven staan, dan heeft het andere bronnen van inkomsten nodig.
Al durft Abu Dhabi de megalomane weg van Dubai niet in te slaan. ‘Uit gebrek aan olie en gas heeft Dubai, dat op zo’n 75 minuten rijden van Abu Dhabi City ligt, zich veel sneller ontwikkeld’, weet Kathleen Vermeiren, een Antwerpse die enkele jaren geleden naar het Midden-Oosten verkaste en nu een (uitstekende) stadsgids is.
‘Dubai had haar ‘Creek’, een kilometerslange lagune van de Perzische Golf. En heeft die laten uitbaggeren in de jaren vijftig, waardoor grote schepen makkelijk in en uit konden varen. Dat kwam de handel natuurlijk enorm ten goede.’
‘Later begon Dubai massaal toeristen aan te trekken, wat leidde tot een gigantische groei. Nu is Dubai kosmopolitisch en gesofisticeerd, maar stond het enkele jaren geleden ook op de rand van het faillissement.’
‘Het is er druk, toeristisch, ietwat losbandig, met veel verkeersproblemen en is vrijwel volledig ‘man-made‘. Jongeren gaan er graag feesten, maar Emirati wonen liever in Abu Dhabi omwille van de leefbaarheid.’
‘Abu Dhabi pakt haar groei slim aan, waardoor je hier een hele fijne mix hebt van Arabische charme, moderne architectuur, een groene omgeving en een hoge mate van veiligheid. Alleen in de zomermaanden, met temperaturen die rond de 50 graden Celsius schommelen, is Abu Dhabi niet zo aangenaam. Maar dan ligt het land ook twee maanden stil: iedereen keert dan terug naar huis of gaat op vakantie.’
Een verzameling eilandjes
Vanuit de lucht bekeken – bijvoorbeeld vanaf het observatiedek op de 74ste verdieping van één van de vijf Etihad-torens – wordt duidelijk dat Abu Dhabi een verzameling eilandjes is.
De meeste toeristische hoogtepunten liggen op het grootste eiland, tussen de Sheikh Zayed Grand Mosque in het oosten en de Corniche en het Emirates Palace in het westen. Eromheen liggen recenter ontwikkelde eilandjes zoals Yas en Saadiyat.
‘In tegenstelling tot in Dubai is hier slechts één eiland ‘man-made‘, opgespoten dus. En dat is Lulu Island, om de erosie van het hoofdeiland tegen te gaan. Yas Island is ingevuld als entertainmenteiland. Hier vind je het Yas Marina Circuit, bekend van onze F1 Grand Prix, het pretpark Ferrari World met de snelste achtbaan ter wereld, het waterpark Yas Waterworld, Yas Beach en tal van restaurants en bars.’
‘Een paar eilandjes verder ligt Saadiyat, ons cultuureiland. Hier is in 2017 – na enige vertraging – het Louvre Abu Dhabi opengegaan, ontworpen door Jean Nouvel. Uiteindelijk moeten hier acht belangrijke musea de deuren openen, waaronder een Guggenheim ontworpen door Frank Gehry.’
Al Maryah Island trekt dan weer meer ‘business’ aan, terwijl het Reem Island eerder residentieel en universitair is. De Parijse Sorbonne opende hier haar allereerste internationale campus.
Cappuccino met goudvlokken
Een van de culturele hoogtepunten van Abu Dhabi Stad is overigens die Sheikh Zayed Grand Mosque, die als een soort toegangspoort tot de stad gezien kan worden.
De feeërieke, witte moskee is van een oogverblindende schoonheid en doet meteen denken aan de Taj Mahal in India. De moskee is een ode aan de Arabische cultuur en werd na tien jaar bouwen in 2007 opgeleverd. Het onwaarschijnlijke bouwwerk heeft 82 marmeren koepels, meer dan duizend pilaren, vier minaretten van 107 meter hoog en herbergt het grootste handgeweven tapijt en de grootste kroonluchter ter wereld.
Sheikh Zayed bin Sultan al Nuhayyan, de geliefde leider van het emiraat Abu Dhabi en opdrachtgever voor de bouw van de moskee, mocht het helaas niet meer meemaken. Hij overleed in 2004.
Dat geld overigens geen issue is in Abu Dhabi, merk je niet enkel in de Grote Moskee (de op zeven na grootste ter wereld trouwens), maar ook aan de andere kant van de stad in het met goud en marmer overladen Emirates Palaces, een hotel van drie miljard dollar, waar ik samen met Kathleen een cappuccino met 24-karaats goudvlokken en kamelenmelk drink. Prijs: zo’n 18 euro per kopje.
Traditioneel oasedorp
Beide bezienswaardigheden – de moskee en het hotel – stralen een enorme grandeur, maar ook een soort ouderdom uit. Toch zijn ze allebei pas tien tot vijftien jaar oud.
‘Het enige echt oude gebouw in Abu Dhabi is Qasr al-Hosn, het Witte Fort, dat in de achttiende eeuw opgetrokken is om de enige zoetwaterbron op het eiland te verdedigen. Helaas wordt dat fort maar een keer per jaar opengesteld voor het publiek, tijdens het Qasr al-Hosn festival (eind februari-begin maart, red.).’
Kathleen neemt me wel nog mee naar het Heritage Village, een reconstructie van een traditioneel oasedorp. Het biedt een interessante kijk in het verleden van het emiraat, hoewel de ambachtslui – metaalbewerkers, pottenbakkers, wevers, … – anno 2017 uit landen als Egypte, Oman en Yemen komen.
‘Dat is misschien toch één nadeel voor Europese toeristen: als je op reis graag in contact komt met de lokale bevolking, blijf je hier een beetje op je honger zitten. De Emirati zijn hier in de minderheid en ze knopen ook niet zomaar eventjes een gesprek met je aan.’
‘Voor de rest niets dan voordelen: iedereen is vriendelijk, het is een van de veiligste plekken ter wereld, alle straten zijn schoon en er hangt een heel ontspannen en kosmopolitisch sfeertje. Jammer dat wij hier als expats na ons pensioen meteen weer weg moeten. Maar gelukkig duurt het nog wel even voordat dat zover is …’
Ecologisch wonder
Als we Abu Dhabi City het ‘Manhattan van het Midden-Oosten’ noemen, dan heeft de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten ook een Central Park. En wel eentje in de vorm van een gigantisch mangrovebos, dat pal voor mijn hotel (Anantara Eastern Mangroves) in het centrum van de stad ligt.
Het is een opmerkelijk zicht: 19 vierkante kilometer aan bossen tegen een achtergrond van wolkenkrabbers. Het is een van de ecologische wonderen van Abu Dhabi en de thuisbasis van tal van vissoorten, vogelsoorten en zelfs dolfijnen.
‘Je zou het misschien niet verwachten van een oliestaat, maar Abu Dhabi hecht veel belang aan ecologie. Sjeik Zayed, die het emiraat groot heeft gemaakt en bijna 33 jaar lang president was van de VAE, hield enorm van de natuur. Hij heeft er ook voor gezorgd dat de stad Abu Dhabi zo groen is. Al die palmbomen die je hier ziet, zijn geïmporteerd.’
Iets minder ecologisch, maar daarom niet minder interessant is mijn avontuur met een watervliegtuigje. Ook al is mijn chauffeur te laat, mis ik mijn vlucht en kom ik zo op de volgende terecht, die als bestemming Dubai (en dus niet Abu Dhabi) heeft. Ach, het levert mooie plaatjes en een belangrijk inzicht op: alles is hier te koop. Ook een kaal eiland voor de kust, met één gigantische villa erop en een brug ernaar toe. Gewoon omdat het kan.
‘De meeste Emirati zijn inderdaad rijk’, lacht Kathleen. ‘Sheikh Zayed heeft de schatkist ooit opengezet om de oliedollars uit te delen aan zijn bevolking. Je kan je voorstellen waarom hij nog steeds zo populair is. Zijn portret zie je werkelijk overal. Sinds zijn dood in 2004 is zijn zoon, sjeik Khalifa, aan de macht. De Burj Khalifa, die jij net in Dubai gezien hebt, is naar hem vernoemd. Hij heeft Dubai uit de nood geholpen toen het enkele jaren geleden financieel aan de grond zat.’
Op safari
Nog zo’n opmerkelijke verwezenlijking van Sheikh Zayed ligt iets verder van de stad verwijderd. Mijn chauffeur neemt de kaarsrechte snelweg langs de kust naar het westen, richting Qatar, waar hij me na een dikke twee uur aan een steiger deponeert. Daar haalt een ferry me op en brengt me naar Sir Bani Yas Island, het grootste natuurlijke eiland van de Verenigde Arabische Emiraten.
Sir Bani Yas was vroeger een grote hoop zout, maar veranderde dankzij inspanningen en geld van sjeik Zayed in een heus safaripark met loslopende giraffen, gazelles en zelfs cheeta’s. Het is een vreemd zicht om plots in het Midden-Oosten een giraf en een cheetah te spotten, maar het bewijst dat haast alles in deze wereld te koop is. Ook je eigen stukje Afrika. Op het eiland liggen bovendien drie prachtige resorts, het ene nog luxueuzer dan het andere.
Duizend-en-een-nacht
Het ultieme resort van Abu Dhabi – niet de stad maar het hele emiraat – ligt echter helemaal in het zuiden van het land, niet ver van de grens met Saoedi-Arabië. Qasr Al Sarab is een onwaarschijnlijk feeërieke fata morgana middenin de Rub’Al Khali, de grootste onafgebroken zandwoestijn ter wereld.
Het is een oase van luxe en voor heel wat stedelingen in Abu Dhabi de ideale plek om even tot rust te komen en te genieten van de stilte en schoonheid van het Grote Niets. Het hele resort is een sprookje uit Duizend-en-een-nacht, gebouwd in traditioneel Arabische architectuur tussen gigantische zandduinen. Een van die zandduinen valt overigens te bewonderen als plek op planeet Jakku in Star Wars: The Force Awakens.
De Sahara mag dan wel vijftien keer groter zijn dan Rub’Al Khali, toch heeft de Sahara maar twee keer zo veel zand als de woestijn in het Midden-Oosten. Dat maakt van Rub’Al Khali de ideale plaats om aan ‘dune bashing‘ te doen: in een Toyota Land Cruiser over de duinen scheuren. Of natuurlijk om een kameel te bestijgen, voor wie een minder sterke maag heeft. Hoe dan ook: Qasr Al Sarab is de perfecte afsluiter van een luxueuze trip naar Abu Dhabi.
Praktische info
Abu Dhabi (stad) is de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten en die van Abu Dhabi (emiraat). Het hele emiraat is meer dan twee keer zo groot als België en telt 2,6 miljoen inwoners. Abu Dhabi is na Dubai de meest bevolkte stad van de VAE met ongeveer 1,6 miljoen inwoners.
Belgische toeristen hebben geen visum nodig om Abu Dhabi binnen te komen. De beste reistijd is van oktober tot mei. Luchtvaartmaatschappij Etihad vliegt dagelijks van Brussel naar Abu Dhabi (vluchttijd ongeveer 6u20′).
Deze reis werd mede mogelijk gemaakt door de Abu Dhabi Tourism & Culture Authority (visitabudhabi.ae), Anantara (anantara.com) en Etihad (etihad.com).