Het bericht op de VRT was er weer een om trots te zijn op ons land: “De twee nieuwe Belgische windmolenparken op zee kosten de consument 2 miljard meer dan gelijkaardige parken in het Nederlands deel van de Noordzee”.
Belgische politici lieten dus weer eens twee miljard uit de zakken van de belastingbetalers en de elektriciteitsverbruikers kloppen. Zijn ze daar in en rond de Westraat nu echt zo dom? Of zo kortzichtig? Of zo overwoekerd door cumuls? Die geschatte kost berekenden Luc De Roy, Luc Pauwels en Nina Verhaeghe (VRT) op basis van een vertrouwelijke studie van de CREG, de federale energieregulator. Fig. 1 : betrokken windmolenparken voor de bedoelde toewijzingen einde 2016 (copyright VRT)
Voor wie graag wil weten wat men voor dat bedrag kan kopen: het volstaat om de tekorten qua scholenbouw volledig op te lossen én een groot deel van de oudere scholen te moderniseren. Of om een tienduizend sociale woningen te bouwen. Of om de extra vluchtelingen van 2015 een jaar, of misschien twee, te onderhouden. Of om een één derde tot één vijfde van de jachtvliegtuigen voor de Luchtmacht te financieren (grove schattingen: één vijfde voor de F35, maar tot één derde of meer voor de Rafale of de Saab). Gewoon om maar een idee te geven.
De Deense marktleider voor windenergie, DONG Energy, haalde in Nederland recent een concessie binnen met een gegarandeerde afnameprijs voor de elektriciteit van slechts 72,70 euro per megawattuur voor de eerste 15 jaar. Dat was merkelijk minder dan verwacht. België had echter, via een besloten samenwerking met een zeer klein aantal partners, net ervoor een véél hogere waarborg toegezegd. De twee bedoelde Belgische consortia zijn Rentel en Norther. Rentel bundelt acht Belgische bedrijven, Norther is een project van het Belgische Elicio, dochter van het Nederlandse Eneco en het Japanse Mitsubishi. Zij kregen een gegarandeerde prijs tussen 124 en 130 euro per megawattuur, gedurende 19 jaar. Fig. 2: Weergave van de globale steun aan windenergie voor de recente toegewezen parken in Nederland en België. De oppervlakte geeft de omvang van de subsidies per KWh weer.
Wat moeten we hieruit besluiten?
- De vorige federale regeringen behandelden dit dossier op amateuristische wijze. Ze maakten bijzonder slechte regels voor toewijzing van concessies. Deze regering onderschatte het gevaar. En daar dragen wij allen nu de zware financiële gevolgen van. Politiek is dat echter vooral de verantwoordelijkheid van de vorige regeringen, en deels ook die van de huidige regering.
- Het is niet onwaarschijnlijk dat de betrokken Belgische bedrijven aandrongen op een akkoord met de Belgische overheid voor er een akkoord was in Nederland, omdat ze goed wisten dat het toewijzingsmechanisme daar een véél grotere concurrentie toestond, en daardoor de prijs er veel lager zou liggen. Met andere woorden, ook de huidige regering blijft lustig “Stevekes” en “Freya’tjes” maken.
- De tegenstander van het huidige klimaat- en energiebeleid werden niet serieus genomen. Hierdoor miste de overheid het nodige debat om het beleid bij te stellen. Klimaatsceptici zeggen al lang dat windenergie te duur is. Los van de vraag of deze sceptici gelijk hebben of niet, ze waren ongeveer de enigen die ook de kosten ernstig namen. Als het beleid naar die bezorgdheid hadden geluisterd, hadden we nu quasi zeker goedkopere windturbines gekregen.
Kunnen we dit onheil nu nog voorkomen? Wat kunnen wij als burgers eraan doen?
We moeten ons hier zeker afvragen of er echt geen enkele politicus die dit spelletje doorzag? Waren er echt geen die niet zo oliedom waren, of doortrapt, of overwoekerd door de werklast van gecumuleerde mandaten, om deze ramp te voorkomen? En waarom hebben we zo’n uitgebreide administraties, ultra-omvangrijke kabinetten en royaal gesubsidieerde studiediensten, als dit niet voorkomen kon worden? Of was het dan toch maar gewoon ordinaire corruptie? Een recent internationaal rapport”“ dat stelt dat we zeer zwak scoren voor de operationele bestrijding van de corruptie ““ maakt die piste wel heel plausibel. Tot slot, zouden onze overheden nu geen extra solidariteitsheffing moeten voorzien op de woekerwinsten die al die overgesubsidieerde producenten van elektriciteit op wind of zonne-energie maken?
De auteur Luc Ryckaerts is adviseur in een internationale organisatie en Brusselse Vlaming Deze opinie vertolkt enkel zijn mening en verscheen eerst op De Bron