Frankrijk heeft zijn eerste socialistische president sinds 1988 en België de eerste socialistische premier sinds 1974. In de VS heeft ‘socialisme’ een zware ideologische lading. Daarom vraagt Steven Erlanger zich in de New York Times af wat hedendaags socialisme eigenlijk inhoudt.
“Europese socialisten zijn zoals de Democraten in de VS,” besluit Erlanger. Dit is enigszins verrassend voor zowel Amerikanen als Europeanen. In de VS is ‘socialist’ een scheldwoord dat herinneringen oproept aan de barbaarsheid van de Sovjet-Unie. Europeanen gaan er dan weer vaak van uit dat de VS een hyperkapitalistisch land is waar geen ruimte is voor solidariteit.
De waarheid is echter dat ‘socialisme’ al lang niet meer radicaal is. Democratisch marxisme is helemaal mainstream, zowel in Europa als in Amerika. Socialistische principes als emancipatie van de werkende klasse, progressieve belastingen, vakbonden, de welvaartstaat en nationalisering van de gezondheidsindustrie zijn volledig ingeburgerd.
Het hele politieke spectrum, met uitzondering van klassieke liberalen en libertariërs, steunt de facto het socialistisch status quo. Socialistische partijen willen enkel nog meer van hetzelfde. Van het radicalisme waarmee socialisten vaak geassocieerd worden is eigenlijk geen sprake.
‘Rode Danny’, die in mei ‘68 de strijd leidde, is tegenwoordig ‘meneer Daniel Cohn-Bendit’, co-leider van de groene fractie in het Europees Parlement. Kaviaarsocialisten als Dominique Strauss-Kahn en François Hollande hebben weinig gemeen met de revolutiepredikers van weleer.
Volgens de Franse filosoof Bernard-Henri Lévy zijn er geen echte socialisten meer. In zijn boek ‘La barbarie à visage humain’ geeft hij de volgende definitie: “Socialisme, zelfstandig naamwoord, mannelijk: cultureel genre, geboren te Parijs in 1848, gestorven te Parijs in 1968.”
De Franse staat vertegenwoordigt 56,6% van het BBP en heeft daarmee één van de vetste staten van de westerse wereld. Socialisten, hoewel ze elkaar nog steeds met ‘kameraad’ aanspreken op partijcongressen, zijn vaak producten van elitescholen en carrières in de gigantische staatsbureaucratie.
Ze geloven dat de staat de economie nog meer moet reguleren en stimuleren. De Franse staat zal dus nog groeien onder Hollande. Erlanger geeft aan in de NY Times dat dit een vorm van pragmatisme is. Doch, gezien de staat van de wereldeconomie spreekt men misschien beter van volharding in de boosheid.
In Nederland denk de Dagelijkse Standaard zelfs dat de SP helemaal niet meer socialistisch is:
‘Nu heeft de SP de basisgedachte van Marx verkeerd begrepen. Omdat de huidige realiteit het socialisme overbodig heeft gemaakt, doen zij alsof gelijkwaardigheid bestaat in het bevorderen van de welvaart van uitkeringstrekkers ten opzichte van de arbeider. En wel op kosten van de arbeider. Dit is een omgekeerd socialisme. Een socialist dient juist op te komen voor de werkende mens. Nu doen zij exact het tegenovergestelde, om hun overbodigheid te verbergen in een immer moreel superieur jasje,’ schrijven Timon Dias en Rob Kern.
‘In een interview met Sven Kockelmann, hield Kockelmann PS-topman Roemer voor dat 30% van alle Nederlanders 70% van alle belastingen betalen en dat hij deze groep, namelijk de hardwerkende Nederlander, extra wilde belasten. Roemer antwoordde hierop dat Kokkelman gelijk had, dat hij van plan is deze groep zwaarder te belasten, en voegde hier onbeschaamd de tendens aan toe: maar moet u eens kijken hoeveel ze dan nog over hebben.