Artificiële Intelligentie (A.I.) wordt gedefinieerd als ‘het vermogen van een systeem om externe gegevens correct te interpreteren, om te leren van deze gegevens, en om deze lessen te gebruiken om specifieke doelen en taken te verwezenlijken via flexibele aanpassing’. Een moeilijke definitie om ons te vertellen dat computers slimmer zijn geworden dan de mens.
Dat kan enorme gevolgen hebben. In zijn boek ’21 vragen voor de 21ste eeuw‘ wijst de Israëlische denker-filosoof Yuval Noah Harari op de gevaren van A.I.. Wanneer het in handen komt van totalitaire regimes, zoals bijvoorbeeld dat van Kim Jong-un in Noord-Korea:
“In de toekomst verplicht het regime elke Noord-Koreaan een biometrische armband om te doen. Die zal alles wat die persoon doet en zegt monitoren, samen met zijn bloeddruk en zijn hersenactiviteit.
Door een steeds verder uitbreidend begrip van het menselijk brein en de enorme kracht van automatisch leren (het op een geautomatiseerde manier onderzoeken van patronen en relaties in grote hoeveelheden gegevens), kan het Noord-Koreaanse regime voor het eerst in de geschiedenis te weten komen wat elke burger op elk moment denkt.
Ontwaken in de goelag
Stel je voor dat een Noord-Koreaan naar een foto van Kim Jong-un kijkt. De biometrische sensors registreren daarbij woede. (Een hogere bloeddruk en toenemende activiteit van de amygdala bijvoorbeeld.). In dat geval zal die persoon de volgende ochtend in een strafkamp ontwaken.”
De introductie van Artificiële Intelligentie heeft dus niet enkel gevolgen voor de werkomgeving, die steeds verder wordt geautomatiseerd, ze heeft ook grote en verontrustende implicaties voor ons politieke proces, schrijft de Israëliër. “Stel u een toekomst voor waarin overheden moeten wachten op algoritmen om hen het groene licht te geven voor hun begroting of hun belastinghervorming.”
Vooral wanneer diezelfde politici niets van A.I. begrijpen. Trouwens, hoeveel van onze verkozenen zouden u vandaag exact kunnen uitleggen wat A.I. is. En welke gevolgen de toepassingen ervan kunnen hebben op maatschappelijk vlak?
En toch zetten weinig politici deze technologische disruptie bovenaan hun agenda. Tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016, bespraken Donald Trump, noch Hillary Clinton de implicaties van automatisering voor jobverlies. De reikwijdte van technologie belandde pas op de agenda in de context van Clintons e-mailschandaal. Of met betrekking tot de vermeende impact van sociale media op de verkiezingsuitslag.