BNP Paribas aansprakelijk gesteld voor hulp aan Soedanese genocide


Key takeaways

  • Een Amerikaanse jury heeft BNP Paribas aansprakelijk gesteld voor het helpen van de Soedanese regering bij het plegen van genocide en de bank veroordeeld tot het betalen van 20,5 miljoen dollar (17,6 miljoen euro) schadevergoeding.
  • Het vonnis schept een precedent voor meer dan 20.000 Soedanese vluchtelingen die in de Verenigde Staten wonen en miljarden dollars schadevergoeding kunnen eisen van BNP Paribas.
  • BNP Paribas is van plan om tegen het vonnis in beroep te gaan, met als argument dat het specifiek is voor de drie eisers en de Zwitserse wet verkeerd interpreteert.

Een Amerikaanse jury heeft een baanbrekende uitspraak gedaan tegen BNP Paribas. De jury is tot de conclusie gekomen dat de financiële diensten van de Franse bank de Soedanese regering hebben geholpen bij het plegen van genocide. De jury in Manhattan veroordeelde de bank tot het betalen van een schadevergoeding van 20,5 miljoen dollar (17,6 miljoen euro) aan drie Soedanese eisers die schrijnende verhalen hebben verteld over mensenrechtenschendingen onder het regime van voormalig president Omar al-Bashir.

De advocaten van de aanklagers, die nu in de VS wonen, gaven aan dat het vonnis een precedent schept voor meer dan 20.000 Soedanese vluchtelingen in de VS, die miljarden dollars schadevergoeding zouden kunnen eisen van BNP Paribas. Ze stelden dat de acties van de bank een vernietigingscampagne mogelijk maakten die gevoed werd door Amerikaanse dollars en die gestopt had moeten worden.

Reactie BNP Paribas

BNP Paribas blijft bij haar onschuld en is van plan om in beroep te gaan tegen het vonnis, omdat het specifiek is voor de drie aanklagers en niet algemeen moet worden toegepast. De bank zegt dat de uitspraak de Zwitserse wet verkeerd interpreteert en cruciaal bewijs negeert dat tijdens het proces niet werd toegestaan.

De uitspraak volgt op een vijf weken durend juryproces onder leiding van rechter Alvin Hellerstein, die eerder de poging van BNP Paribas om zich voor het proces uit de zaak terug te trekken had afgewezen. De centrale vraag in het proces was of de financiële diensten van de bank een directe oorzaak waren van het lijden van de overlevenden van etnische zuiveringen en massaal geweld in Soedan.

Herkenning door de rechter

Rechter Hellerstein erkende het bestaan van bewijs dat een verband aantoont tussen de bankdiensten van BNP Paribas en mensenrechtenschendingen door de Soedanese regering. De rechtszaak, die de status van class action wil verkrijgen, werd aangespannen door inwoners van de VS die gevlucht zijn voor niet-Arabische inheemse gemeenschappen in zwart Afrika in Zuid-Soedan, Darfur en het Nubagebergte.

De Amerikaanse regering heeft het conflict in Soedan in 2004 officieel als genocide erkend. BNP Paribas pleitte eerder in 2014 schuldig aan beschuldigingen van het overmaken van miljarden dollars voor gesanctioneerde Soedanese, Iraanse en Cubaanse entiteiten, wat resulteerde in een boete van 8,97 miljard dollar (7,69 miljard euro).

Volg Business AM ook op Google Nieuws

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.