Traditioneel ingestelde mannen hebben het moeilijk met de veranderde rollen van man en vrouw, de vermeende toenemende feminisering van de samenleving en de daaruit voortvloeiende onzekerheid van de man over zijn eigen functioneren en rol. Dit is de leidraad van `Het onbehagen van de man`, een boek geschreven door Dylan van Rijsbergen.
Volgens Van Rijsbergen leidt deze onzekerheid tot een verheerlijking van het klassieke rolpatroon; dat zou immers het beste passen bij de natuurlijke geaardheid van man en vrouw. Er is volgens hem dan ook een waar cultureel offensief gaande dat de ouderwetse man idealiseert. Een exponent van deze groep is de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging. Volgens Kinneging zijn mannen en vrouwen door het dogma van gelijke seksen vervreemd geraakt van hun rol in het leven. De natuur is leidend, waarbij culturele invloeden buiten beschouwing worden gelaten of worden gebagatelliseerd.
Volgens Van Rijsbergen is de klacht dat de samenleving feminiseert niet nieuw, maar is het een reactie op onrustbarende veranderingen en is het moeilijk rationeel te onderbouwen. In de kern komt Van Rijsbergens boek erop neer dat terugverlangen naar een geïdealiseerd verleden nergens toe leidt omdat er niet zoiets bestaat als een essentiële, mannelijke kern.