De deeleconomie kent een sterke opgang en promoot daarmee een globalisering van de arbeid. Dat zegt Sarah O’Connor, specialiste arbeidsmarkt bij de Britse zakenkrant Financial Times. Deze nieuwe sector biedt volgens haar nieuwe opportuniteiten, maar houdt ook diverse gevaren in. O’Connor doet ook een oproep naar het beleid, dat volgens haar inspanningen moet doen om een optimaal kader voor deze activiteiten te creëren.
“Wanneer over de deeleconomie wordt gesproken, denkt iedereen ongetwijfeld onmiddellijk aan ondernemingen zoals Uber of Deliveroo, waar applicaties het publiek toelaten om van lokale diensten gebruik te maken,” zegt Sarah O’Connor. “Deze bedrijven zijn bijzonder zichtbaar en de consument weet op welke manier deze ondernemingen de traditionele arbeidsverhoudingen hebben uitgehold.”
“Veel minder vertrouwd is men echter met een andere pijler van de arbeidsmarkt van de deeleconomie. Deze wereld situeert zich op platformen zoals Upwork, Freelancer en Fiverr, waar bepaalde opdrachten – zoals vertalingen, codeeropdrachten of copywriting – aan zelfstandigen worden geveild.”
Menselijke cloud
Sarah O’Connor omschrijft die activiteiten als de globalisering in zijn ruwste vorm. “Kandidaten over de hele wereld kunnen op deze opdrachten bieden,” benadrukt de journaliste. “Men kan hier gewag maken van een menselijke cloud. Deze markt kent een snelle opgang. Upwork, het grootste platform voor de veiling van freelance opdrachten, heeft inmiddels een marktwaarde van 1,9 miljard dollar.”
“Veel mensen uit de ontwikkelde wereld vinden op deze platformen werk, maar het zal niemand verbazen dat het grootste deel van de opdrachten wordt uitbesteed aan de ontwikkelingslanden, waar de kosten van het leven lager liggen.”
Uit cijfers van Upwork blijkt dat ongeveer 20 procent van de totale omzet in de Verenigde Staten wordt gerealiseerd, maar bijna 30 procent komt van India en de Filipijnen. Het saldo wordt in de rest van de wereld gegenereerd.
“Men kan een sterk pleidooi houden voor de menselijke cloud,” zegt O’Connor. “Het systeem geeft getalenteerde mensen in ontwikkelingslanden de kans om toegang te krijgen tot de wereldwijde vraag naar hun vaardigheden. Hetzelfde geldt voor mensen in economisch achtergestelde regio’s van rijke landen. Dit ontsluit menselijk potentieel dat anders verspild zou kunnen worden. Het stelt mensen ook in staat om thuis te werken in landen met een inferieure verkeersinfrastructuur.”
Uit een studie van wetenschappers aan de Oxford University bij nagenoeg zevenhonderd online freelancers in Zuidoost-Azië en de Afrikaanse SubSahara bleek dat veel mensen hun werk stimulerend en gevarieerd vonden, terwijl ze ook genoten van de geboden vrijheid.
Vakbonden
“Er zijn echter ook gevaren,” benadrukt O’Connor. “Werknemers in rijkere landen worden geconfronteerd met tegenhangers uit armere regio’s, die door de lagere levensduurte goedkoper werk kunnen leveren. Bovendien trekt het wereldwijde bereik van de online platformen een groot aantal kandidaten aan, waarbij vaak bijzonder lage tarieven worden voorgesteld.”
De ondervraagden klaagden ook over lange werktijden. “Door de verschillen in tijdzones dient bovendien vaak tijdens de nacht worden gewerkt,” zegt O’Connor nog. “Als freelancers genieten deze arbeidskrachten ook geen bescherming. Het systeem kan ook negatieve gevolgen hebben voor de overheid, die het vaak moeilijk zal hebben om uit deze activiteiten belastinginkomsten te genereren.”
“Een aantal vakbonden, zoals IG Metall in Duitsland of Unionen in Zweden, hebben zich alert getoond voor de kansen en bedreigingen van deze nieuwe arbeidsmarkt. Zij lanceerden een website waar de gebruikers de werkomstandigheden kunnen beoordelen. Deze vakbonden streven ook naar een grotere transparantie en eisen respect voor de lokale minimumlonen en sturen aan op betere procedures voor geschillenbeslechting.”
“Aangezien deze sector nog in zijn kinderschoenen staat, hebben ook de beleidsmakers de kans om de toekomst van deze activiteiten mee vorm te geven,” zegt O’Connor nog.