Noorwegen kan duurzame batterij voor Europese elektriciteit worden

Waterkracht zou van Noorwegen de duurzame batterij van Europa kunnen maken. Daarvoor zijn geen nieuwe centrales noodzakelijk, maar volstaat het om projecten af te werken die eerder al werden opgestart. Dat blijkt uit een rapport van de Norwegian University of Science and Technology (NTNU).

De onderzoekers merken op dat Noorwegen potentieel de mogelijkheid heeft om een enorme opslagcapaciteit aan te bieden voor de overschotten aan energie die door de bloei van duurzame bronnen zoals windturbines of zonnepanelen elders in Europa zouden kunnen worden geproduceerd. Er dient volgens hen dan ook geïnvesteerd te worden in technologieën die een efficiënte energie-opslag mogelijk maken.

Noorwegen kende tijdens de jaren zestig en zeventig van de voorbije eeuw een grote investeringsgolf in waterkrachtcentrales,” verduidelijkt onderzoeker Kaspar Vereide. “Nadien viel die activiteit echter nagenoeg stil. Het land had immers voldoende energie-infrastructuur om in zijn behoeften te voldoen.”

“Op dit ogenblik vertegenwoordigt waterkracht 96 procent van de Noorse elektriciteitsproductie, afkomstig uit meer dan negenhonderd centrales. Noorwegen is wereldwijd de zesde grootste producent van waterkracht. Desondanks heeft de sector in het land nog bijzonder grote groeimogelijkheden. Noorwegen zou daarvan gebruik kunnen maken om de duurzame batterij van Europa te worden.”

Overschotten

Kaspar Vereide merkt op dat de toenemende Europese capaciteit aan zonnepanelen en windturbines uiteindelijk tot een energie-overschot kan leiden. “Dat surplus zou naar Noorwegen kunnen worden gekanaliseerd om het water in de krachtcentrales naar hogere reservoirs op te pompen, in afwachting van een gebruik op latere piekmomenten,” benadrukt de onderzoeker.

“Op ogenblikken van grote vraag, zou het immers mogelijk worden om de poorten van die reservoirs open te zetten en het water weer naar beneden te laten stromen. Het probleem is echter dat de infrastructuur van de Noorse centrales niet aan deze operaties is aangepast.”

“Er zou dan ook vooral moeten worden geïnvesteerd in een aanpassing van de bestaande infrastructuur en de ontwikkeling van technologieën die deze vorm van energie-opslag op een efficiënte manier mogelijk maken,” stipt Kaspar Vereide nog aan. (mah)