Key takeaways

• De nieuwe Belgische arbeidswet biedt sekswerkers sociale zekerheid en bescherming.
• De wet erkent de werkgever van een seksclub in de buurt van Gembloux als de eerste implementatie ervan.
• Ondanks juridische uitdagingen betekent deze erkenning een vooruitgang in de richting van autonomie en bescherming van werknemers in de seksindustrie.

België heeft de baanbrekende stap genomen om sekswerk te erkennen in de standaard arbeidsrechten. De vernieuwende arbeidswet van ons land, die vanaf december 2024 van kracht is, zag zijn eerste concrete implementatie met de erkenning van een werkgever voor een seksclub in de buurt van Gembloux. Dat meldt The Brussels Times.

Dit baanbrekende besluit geeft sekswerkers toegang tot sociale voorzieningen, waaronder pensioenen, werkloosheids- en gezinstoelagen, ziektekostenverzekeringen en jaarlijks verlof en zwangerschapsverlof. Het garandeert werknemers ook bescherming tegen de risico’s van hun werk en handhaaft hun fundamentele vrijheden, zoals het recht om klanten of seksuele handelingen te weigeren en de voorwaarden van hun relaties te bepalen.

Uitdagingen bij de implementatie

Het erkenningsproces loopt sinds december 2024, met negen aanvragen die door de federale dienst voor arbeidsbemiddeling zijn ontvangen. Naast de goedgekeurde aanvraag werden er twee afgewezen omdat niet aan de voorwaarden werd voldaan, één was onvolledig en vier worden nog onderzocht.

Hoewel organisaties van sekswerkers deze wet toejuichten, stuitte de uitvoering ervan op aanzienlijke obstakels. Potentiële werkgevers werden geconfronteerd met weigeringen van banken en verzekeraars, problemen bij het vinden van geschikte bedrijfsruimten en weerstand van lokale gemeenteraden. Deze obstakels belemmerden het legalisatieproces en beperkten het ontstaan van nieuwe werkplekken.

Toekomstige ontwikkelingen

Ondanks deze moeilijkheden betekent de erkenning van de belangrijkste werkgever in Gembloux een cruciale stap voorwaarts voor de sector. Het betekent een stap in de richting van meer autonomie en een betere bescherming van de werknemers, terwijl het ook een instrument is in de strijd tegen uitbuiting en mensenhandel.

De wet wordt echter nog steeds aangevochten, omdat negen maatschappelijke organisaties een grondwettelijk beroep hebben ingediend omdat de wet uitbuitingspraktijken dreigt te legitimeren door bordeelhouders als legitieme exploitanten te erkennen. Het Belgisch Grondwettelijk Hof zal naar verwachting eind 2026 uitspraak doen. (jv)