Vorige week nog bracht een Australische krant aan het licht hoe Saoedi-Arabië lid kon worden van de commissie voor de mensenrechten van de Verenigde Naties. Uit geheime documenten blijkt dat lidmaatschap een gevolg te zijn van een deal tussen Groot-Brittannië en de Saoedi-Arabië.
De Britten gaven hun stem aan de Saoedi in ruil voor 100.000 dollar en de steun van het Arabische land voor de Britse kandidaat in de commissie. En dit is wat er gebeurt als een land met een reputatie op het gebied van mensenrechtenschendingen, vrouwendiscriminatie en foltering erin slaagt voorzitter te worden van de United Nations Commission on Human Rights (UNCHR).
Deze week heeft Saoedi-Arabië volgens waarnemers druk uitgeoefend op de commissie om een onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Jemen tegen te houden. In dat land vecht een coalitie van troepen onder leiding van Saoedi-Arabië tegen een rebellenleger.
Daarbij zetten de Saoedi massale luchtbombardementen in die volgens critici onnodig veel burgerslachtoffers maken. Recent meldde Artsen zonder Grenzen dat de Saoedi een bruiloft gebombardeerd hadden in de buurt van de westelijke havenstad Mokha. Daarbij vielen minstens 130 doden. De slachtoffers waren voor vrouwen en kinderen.
Beschermd tegen controle
Geschokt door dit nieuws vroeg Nederland aan de UNCHR een onderzoek wegens mensenrechtenschendingen in te stellen en een resolutie te stemmen die een wapenstilstand mogelijk zou maken. Daar was Saoedi-Arabië, ondertussen verkozen tot voorzitter van de commissie, echter niet blij mee.
De Amerikaanse krant The New York Times meldde dan ook kort daarop dat het Nederlandse voorstel onder Saoedische druk was teruggetrokken en was vervangen door een vage Saoedische resolutie waarin geen sprake meer was van een onafhankelijk internationaal onderzoek.
Philippe Dam, vicedirecteur van rechtenorganisatie Human Rights Watch, heeft het in een commentaar op het incident over een gemiste kans voor de mensenrechtencommissie. In The New York Times zegt hij ook dat de beslissing een geweldige overwinning is voor Saoedi-Arabië. “Het land is nu beschermd tegen alle controle op de oorlogsmisdaden die het waarschijnlijk in Jemen nog zal plegen.”