De Belgen hadden eind vorig jaar maar liefst 1 miljoen termijnrekeningen, leren cijfers die De Tijd opvroeg bij de bankenfederatie Febelfin. Dat waren er nog nooit zoveel.
Key takeaways
- Het aantal termijnrekeningen van Belgen is eind vorig jaar gestegen tot welgeteld 1,03 miljoen.
- Veel banken hadden de voorbije twee jaar meermaals de rente op de termijnrekeningen opgetrokken om de concurrentie aan te gaan met de staatsbons, en in het bijzonder de Van Peteghem-bon.
- Voorts tonen de cijfers van Febelfin aan dat het aantal zichtrekeningen met een negatief saldo eind vorig jaar een nieuw diepterecord bereikte.
In het nieuws: De termijnrekeningen hebben de voorbije jaren aan populariteit gewonnen.
- Febelfin telde eind 2024 maar liefst 1,03 miljoen termijnrekeningen.
- Tussen 2022 en 2023 was het aantal rekeningen al verdubbeld van 301.000 naar 782.000. De banken hebben tijdens die periode massaal de rentes op de termijnrekeningen opgetrokken om de concurrentie aan te gaan met de fiscaalvriendelijke eenjarige staatsbon, ook wel de Van Peteghem-bon genoemd. Die ging namelijk gepaard met een nettorendement van 2,81 procent.
- Eind 2024 lag het aantal termijnrekeningen dus nog eens 32 procent hoger. Dat had te maken met het vrijkomen van het geld dat spaarders in de fiscaal vriendelijke staatsbon hadden gestopt. In de jacht op die 22 miljard euro staatsbongeld kwamen onder meer de grootbanken ING, KBC en Belfius met stuntrentes van 2,66 procent netto voor vers geld.
- De Tijd merkt op dat de stuntrentes destijds hebben geleid tot een verschuiving tussen de banken. Terwijl de vier grootbanken (BNP Paribas Fortis, KBC, Belfius en ING) de voorbije jaren amper 30 procent van alle termijnrekeningen voor hun rekening namen, sprong dat marktaandeel eind 2024 naar 45 procent.
- De groei van het aantal termijnrekeningen komt ook tot uiting in het vermogen dat Belgen op die rekeningen parkeren. Dat nam volgens cijfers van de Nationale Bank van België (NBB) vorig jaar toe van 73,8 naar 87,1 miljard euro.
Minder zichtrekeningen met een negatief saldo
Ook dit: Voorts tonen de cijfers van Febelfin aan dat het aantal zichtrekeningen met een negatief saldo eind vorig jaar een nieuw diepterecord bereikte.
- Van de 21 miljoen zichtrekeningen stonden er 1,08 miljoen in het rood, goed voor 5,1 procent. Eind 2015 ging het nog om 8,2 procent van de zichtrekeningen.
- Volgens De Tijd is die daling het gevolg van het groeiende gebruik van bankapps. Daarmee zijn consumenten sneller in staat de stand van hun rekening na te kijken en in te grijpen als die onder nul dreigt te gaan. Wie in het rood duikt op de zichtrekening, moet een stevige rente betalen. Die kan oplopen tot 14 procent.
- Opgelet: Er wordt doorgaans een onderscheid gemaakt tussen een gewone zichtrekening en een met een geoorloofde debetstand. In dat laatste geval spreek je met je met jouw bank af hoe diep het saldo in het rood kan duiken. Bij een gewone zichtrekening is dat in theorie niet mogelijk. Al laten sommige financiële instellingen dat in uitzonderlijke gevallen wel toe, bijvoorbeeld bij de afrekening van de kredietkaart.
Wil je op de hoogte blijven van alles wat er zich afspeelt in de financiële wereld? Niels Saelens, een journalist met een passie voor financiën, volgt alles op de voet op. Via deze link kan je je inschrijven op zijn dagelijkse nieuwsbrief.
