2 grafieken tonen aan waarom de Belg een probleem heeft met ondernemen

In de Belgische pers regent het hoera-berichten over start-ups, nieuwe kapitaalrondes en Belgische groeibedrijfjes die het ook over de grenzen waarmaken. Volgens Ivan Van de Cloot de hoofdeconoom bij Itinera, lijkt er “als we puur afgaan op de groei van het aantal starters in ons land, dan ook geen vuiltje aan de lucht.”

Toch is dat niet het juiste perspectief, want wanneer ons land in een internationaal kader wordt geplaatst, valt het net op dat het aantal starters hier bijzonder bescheiden blijft.” De tijdelijke aangroei is vooral een gevolg van de gunstige economische conjunctuur, zegt Van de Cloot in Trends.

Het aandeel van de starters (0 tot 2 jaar) en jonge bedrijven (3 tot 5 jaar) in België ligt opvallend laag in vergelijking met de meeste Europese landen: amper 31 procent van de kleine bedrijven in ons land bestaat maximaal 5 jaar.”

De denktank Itinera publiceerde vorige maand een studie omtrent het belang van en het beleid rond ondernemerschap in België. Daarin worden een reeks oorzaken aangegeven die het gebrek aan interesse in ondernemen moeten verklaren.

Gebrek aan status

Ons land heeft een probleem met ondernemerschap, staat er te lezen. Uit een grafiek van 2014 blijkt dat, behalve in Spanje, nergens zo weinig mensen een hoge status aan succesvolle ondernemers toekennen dan in België. De ondernemers in ons land worden met andere woorden eerder met argwaan dan met bewondering bekeken.

Angst om te falen

In een bevraging rond percepties rond ondernemerschap springen de Belgische respondenten ook sterk in het oog op het vlak van angst voor falen. Merk de positie op van Nederland dat op dit niveau bijna zo extreem scoort als de Verenigde Staten.

Van de Cloot:

“[Er] is ons gulle sociale vangnet, dat mensen weleens afremt om de stap naar het ondernemerschap te zetten, uit angst dan gedeeltelijk buiten dat vangnet te belanden. […] we moeten ons er wel bewust van zijn dat een te breed uitgesmeerde welvaarstaat ook tot minder ondernemerschap leidt. In België komt dat soort discussies helaas enkel op tafel als de kas echt leeg is, waarna het besef groeit dat het hele systeem toe is aan hervormingen. Dat zien we vandaag in het hele pensioendebat.”

Uiteraard zijn er nog een reeks andere oorzaken, waaronder disruptie en de weerstand ertegen, het door de overheid gevoerde economische beleid en ook de moeilijkheden om ondernemerschap ‘lonend te maken’.

” Zolang een ondernemer risico’s neemt en tegenslagen incasseert staat hij alleen. Zo gauw een onderneming bestaat, zijn er velen die een claim hebben op de opbrengst die deze genereert. Of het nu over leveranciers, werknemers, fiscale autoriteiten gaat. Als er dan geen bescherming bestaat voor de claim op het residu voor de ondernemer zelf, dan moet men niet verbaasd zijn dat er in een land weinig dynamisme aanwezig is.”

De studie besluit met een zestal aanbevelingen:

1.  Ontwikkel een strategie om een positievere attitude tegenover ondernemerschap te stimuleren. 2.  Publiceer het succes van onze ondernemers. Door succes te verpersoonlijken kan men “voorbeeld-ondernemers” identificeren. 3.  Introduceer entrepreneuriale projecten als lesinhoud in het onderwijs. Met het oog op het ontwikkelen van zin voor initiatief bij onze jeugd en om hen te wapenen met ondernemersvaardigheden. 4.  Een regelmatige doorlichting die allerlei voorschriften zoals productmarktregulering en regels toetst in de mate dat ze toetreding en exit bemoeilijken voor innovatieve bedrijven met nieuwe ideeën. 5. Pak op het vlak van regulering en fiscaliteit, de barrières aan die het oprichten van ondernemingen belemmeren.

De kost van een onderneming starten ligt immers 60% hoger bij ons dan gemiddeld in de eurozone en de kost om eigendom over te dragen is tot driemaal zo hoog.

6. Voorzie evaluatie van relatief nieuwe initiatieven zoals deze rond de deeleconomie op federaal vlak en initiatieven die starters ondersteunen op fiscaal en financieringsvlak.