Voor werkzoekenden die Nederlands kennen liggen de jobs in Vlaanderen voor het rapen, maar desondanks blijven te veel mensen hun neus opsteken voor de Nederlandse taal.
Dat is de conclusie van de sprekers op een symposium dat zondag werd georganiseerd door dertien Marnixringen uit Zuid- en Midden-Brabant en dat als thema ‘Het Nederlands, motor van en voor integratie’ had. De Marnixkring is een van oorsprong Vlaamse en op Vlaanderen gerichte, maar inmiddels internationale serviceclub.
Volgens Bernard Daelemans, de ondervoorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en tevens drijvende kracht achter het maandblad Meervoud, dringt het besef dat het Nederlands kansen biedt maar traag door in onze hoofdstad:
“Mensen uit de jungle verwerven het Nederlands veel sneller dan Franstalige Brusselaars die om psychologische redenen nog steeds hun neus opsteken voor onze taal.”
Volgens de aanwezige sprekers zit er dan ook weinig anders op dan “de Nederlandsonkundigen te verleiden en te charmeren en hen ervan overtuigen dat het Nederlands een meerwaarde biedt.”
Van de politiek moet daarbij niet al te veel worden verwacht:
“Brussel ligt qua inburgeringstrajecten 12 jaar achter op Vlaanderen, van een beleid kan men er amper gewag maken. De Brusselse politici hebben het Vlaamse model vroeger zelfs bekampt.”
Een meer uitgebreid verslag van dit symposium staat op Sceptr.net.