Bijna 40% van de kinderen die in Spanje opgroeien doen dat in een gezin dat onder de armoedegrens leeft. Tussen 2008 en 2014 is hun aantal met ruim 9% gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het Spaanse statistiekbureau, die werden opgenomen in een rapport van Unicef. Enkel in Roemenië en Griekenland is de toestand nog schrijnender.
Hoewel de armoede bij kinderen sterk steeg, werd de grootste stijging in Spanje genoteerd bij gezinnen van vier (2 volwassenen – 2 kinderen), die moeten toekomen met minder dan 700 euro per maand. Er zijn nu 56% meer van die gezinnen in het land dan in 2008.
Europa doet meer voor zijn gepensioneerden dan voor zijn kinderen
Enkel in Letland en Cyprus is de kloof tussen de bescherming die kinderen krijgen in vergelijking tot de bescherming van 65-plussers groter dan in Spanje. Tussen 2009 en 2015 bespaarde de Spaanse staat ruim 11,5 miljard euro op de sociale bescherming van gezinnen.
In de meeste rijke landen nam de kinderarmoede volgens Unicef tussen 2008 en 2014 toe. Tweederde van die landen liggen in Europa.
Vooral in Cyprus, IJsland en Griekenland is de stijging verontrustend (+15%). In Hongarije, Italië, Ierland en Spanje gaat het om stijgingen tussen de 7 en 9%.
Geen enkel Europees land verhoogde in de genoemde periode zijn uitgaven voor sociale bescherming van gezinnen. Opmerkelijk genoeg gingen tussen 2010 en 2013 in vele landen de pensioenen wel omhoog.