De Europese Centrale Bank (ECB) laat voor de vijfde keer op rij de beleidsrente ongemoeid. Die blijft daarmee steken op 4 procent. In een toelichting van het rentebesluit merkt de ECB op dat de inflatievooruitzichten gunstig zijn. De monetaire instelling hint zo op een eerste renteverlaging in juni.
In het nieuws: De ECB pakt niet uit met een verrassing na de jongste rentevergadering. De rente wordt nog even vastgeklikt op 4 procent.
- De monetaire instelling merkt op dat de (kern)inflatie afzwakt, de loongroei matigt en bedrijven de toegenomen loonkosten niet volledig doorrekenen aan de consument.
- Het inflatiecijfer vorige maand was lager dan verwacht. Uit het inflatierapport van het Europese statistiekbureau Eurostat blijkt dat de consumentenprijzen in de EU met gemiddeld 2,4 procent (op jaarbasis) waren gestegen, tegenover een verwachte prijstoename van 2,5 à 2,6 procent. In februari bedroeg de inflatie nog 2,6 procent. We schreven toen al dat de afgezwakte inflatie de weg vrijmaakt voor een eerste renteverlaging in juni.
Meerdere renteverlagingen dit jaar
Details: Ook ING-econoom Carsten Brzeski denkt dat de kans groot is dat de ECB in juni het geweer van schouder zal veranderen.
- Hij merkt op dat er in de toelichting van het rentebesluit voor de eerste keer wordt gesproken over een potentiële renteverlaging. De monetaire instelling benadrukt wel dat dat enkel aan de orde is als er duidelijk signalen zijn dat de inflatie op duurzame wijze richting de ECB-doelstelling beweegt, zijnde 2 procent (op middellange termijn).
- “Juni wordt niet expliciet vermeld in de toelichting, maar het lijkt ons zeer waarschijnlijk dat nu de laatste horde wordt genomen voor een renteknip in die maand”, klinkt het. “De toon van de ECB is al sinds december verzacht.”
- Volgens Brzeski zullen er dit jaar meerdere renteverlagingen onze richting uitkomen. “De sneller dan verwachte daling van de inflatie en de zwakke groei hebben de deur geopend voor een aantal renteverlagingen. De renteverhogingen uit 2022 zullen niet volledig tenietgedaan worden, maar we zullen eerder een versoepeling zien van wat nog steeds een verstrakkend geldbeleid is”, voegt hij er nog aan toe.