De jongste versie van de Brusselse stedenbouwkundige verordening, bijgenaamd Good Living, dateert van 2007. Een nieuwe tekst is onlangs goedgekeurd door de Brusselse regering. Het moet nog door de tweede lezing in februari 2024 voordat het wordt doorverwezen naar de Raad van State. Maar de grote lijnen zijn duidelijk: overal groen.
In het nieuws: Afgelopen donderdag stemde de Brusselse regering in met een nieuwe versie van haar stedenbouwkundig plan, het project Good Living. Onze collega’s van Le Soir konden een blik werpen op de nieuwe tekst, de tweede versie van de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen (GSV), die een kader moeten bieden voor de ruimtelijke ordening in de hoofdstad.
Details: Wat gaat er veranderen?
- Vernietiging wordt de uitzondering: waar mogelijk moeten bestaande gebouwen worden behouden, gerenoveerd of aangepast voor een nieuw gebruik. De beruchte “verbrusseling” van de 20e eeuw, met zijn lukrake vernietiging van erfgoed, mag zich niet herhalen.
- Een “sociale” visie op de openbare ruimte: openbare ruimten worden niet langer alleen vanuit het oogpunt van de auto ontwikkeld, maar als uitwisselingsplaatsen die voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Het doel is om de mobiliteit van actieve gebruikers en het gebruik van het openbaar vervoer te vergemakkelijken, ten koste van de auto.
Good Living: terrassen en groen
- Een groenere stad, met cijfers: vanaf nu is er een minimumpercentage “open groene ruimte”. In de openbare ruimte zal dit minstens 5 procent zijn (voor wegen van minder dan 10 m breed), oplopend tot 15 procent (voor wegen van meer dan 18 m breed). Terloops moet worden opgemerkt dat trottoirs minstens 2 m breed moeten zijn. Een dergelijke norm bestond voorheen niet. Privéterreinen mogen – uitzonderingen daargelaten – slechts voor maximaal 70 procent worden bebouwd. Dan blijft er nog 30 procent over voor flora en fauna.
- Rekening houden met klimaatverandering: gerenoveerde gebouwen moeten daaraan zijn aangepast, vooral op het gebied van isolatie, maar ook door het creëren van schaduwrijke of beplante gebieden. Gebouwen moeten meer passief worden. Een ander voorbeeld van een paradigmaverschuiving is de verplichting om regenwater op een nuttige manier te beheren, zonder het weg te laten lopen.
- Coliving wordt in de code opgenomen als een volwaardige wooncategorie: Accommodaties moeten een minimaal vloeroppervlak hebben dat afhankelijk is van het aantal slaapkamers, met een maximum van vijftien.
- Verplichte terrassen: alle nieuwe woningen moeten een “eigen buitenruimte van minstens 1,5 m diep” en minstens 2 m2 groot.
“Samenhang creëren”
“Deze GSV wil samenhang en continuïteit creëren tussen de bebouwde omgeving en open ruimten, zowel openbaar als privé, omdat alles met elkaar verbonden is. We gaan niet alles in één keer veranderen; het is een evolutie die in de loop van de tijd zal plaatsvinden. Maar in termen van de belangrijkste principes is het een radicale verandering.”
Ans Persoons, Brusselse Staatssecretaris voor Stedenbouw
(ns)