Wetenschappers proberen al decennialang om kernfusiereactoren te ontwikkelen. Dat is tot nu toe bijzonder moeilijk gebleken. De voorbije jaren werden echter een aantal doorbraken bereikt. Business AM sprak erover met Vincent Massaut van het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN.

Beluister hier het volledige gesprek met Vincent Massaut:

De essentie: De huidige kerncentrales werken met kernsplijting. Kernfusie is in feite het omgekeerde. Traditionele reactoren splijten zware atomen om energie te vergaren. Maar in fusiereactoren worden lichte atoomkernen juist samengeperst tot zwaardere elementen, waarbij energie vrijkomt. Men hoopt in 2040 de eerste fusiecentrale werkend te hebben.

• Massaut: “De nieuwe energiebron is het tegengestelde systeem van de nucleaire splijting of kernfissie die vandaag in de kerncentrale gebruikt wordt. Men brengt twee lichte atomen samen om te fuseren. Dat vergt heel veel energie. De waterstofatoombom is ook een fusiereactie, maar ongecontroleerd. De bedoeling is om fusie in een gecontroleerde manier uit te voeren zodat je de energie kunt opwekken om elektriciteit te produceren. Het kan een enorme energiebron zijn voor de toekomst.”
• “Het is zoals een gasfornuis. Je geeft een toevoer van een beetje gas in in de reactor. En als er iets gebeurt, dan kan je gewoon een kraan dicht doen en alles stopt. Dus het is veel veiliger dan een ander type energiebron. Het is ook milieuvriendelijk: er is geen CO2-uitstoot en er zijn geen toxische gassen. Ook is er geen langlevend radioactief afval zoals bij de kernsplijting. Bij fusie wordt er afval geproduceerd dat kort radioactief is.”
• “We zijn nu in Zuid-Frankrijk bezig met het ITER-project”, vertelt Massault. “Er wordt een grote fusiereactor gebouwd die zou kunnen aantonen dat je meer energie kunt opwekken door fusie dan wat je erin stopt. Dat zou kunnen aan het begin van de jaren 2030. In de tien jaar erna is er voorzien om de eerste fusiecentrale op te bouwen, zodat een eerste elektriciteitsproductie voor de jaren 2040 zou zijn.”