In het nieuws: Hoog bezoek in de Franse havenstad Concarneau, waar defensie-grootmacht Naval Group de Oostende woensdag te water liet.

• De tewaterlating werd onder meer bijgewoond door de Nederlandse minister van Defensie Kajsa Ollongren en de Franse staatssecretaris voor Veteranen Patricia Mirallès. Vanuit België zakte een heuse delegatie af, met aan het hoofd minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS). In haar kielzog volgden ook admiraal Michel Hofman, de stafchef van het leger, admiraal Jan De Beurme, de opperbevelhebber van de marinecomponent, en Oostends burgemeester Bart Tommelein.
• “Ik ben verheugd aanwezig te zijn op de scheepswerf van onze partner Piriou in Concarneau, om de vooruitgang te vieren van dit unieke programma, dat het verhaal is van een gedeelde visie voor de toekomst van mijnbestrijding en Europese maritieme defensie”, zo vertelde Pierre-Eric Pommellet, de CEO van Naval Group.
• “In een wereld in volle beweging, door geopolitieke strubbelingen, is samenwerking des te meer strategisch. Het operationele concept dat door de Belgische en Nederlandse marines werd ontwikkeld is een wereldprimeur. Dit project toont dat samenwerking, solidariteit en innovatie kernwaarden zijn voor onze gezamenlijke veiligheid”, zo stelde minister Dedonder.

De schepen: De City-, of in Nederland Vlissingenklasse, wordt vanaf eind volgend jaar in dienst genomen.

• De bouw van de nieuwe klasse werd 30 november 2021 gestart. In totaal zal de mijnenjagersklasse bestaan uit twaalf schepen; zes voor Nederland en zes voor België. De schepen kregen allemaal een naam van een stad. Belgische matrozen zullen zo tegen 2029 met de Oostende, Tournai, Brugge, Liège, Antwerpen en Rochefort rondvaren.
• De Oostende zal eind 2024 worden afgeleverd op de marinebasis van Zeebrugge. Tegelijk met de tewaterlating werd ook de kiel gelegd voor de Tournai, het derde schip uit de klasse en het tweede voor de Belgische marine. Naval Group werkt synchroon ook aan de M840 Vlissingen, het eerste Nederlandse schip.
• De Cityklasse moet de huidige klasse mijnenjagers vervangen, de tripartite- of Alkmaarklasse. Die werden in de jaren tachtig in dienst genomen door België, Nederland en Frankrijk. Nederland nam vijftien schepen in gebruik, België en Frankrijk elk tien. Van de Belgische vloot schieten vandaag nog vijf telgen over: drie schepen werden aan Frankrijk verkocht, een aan Bulgarije en een vijfde aan Pakistan.
• De schepen worden vanaf eind volgend jaar uit dienst genomen. Nederland heeft voor twee exemplaren al een oplossing gevonden: die zouden aan Oekraïne worden gedoneerd. België, dat over exact dezelfde schepen beschikt, levert momenteel geen schepen. Wel zullen de Oekraïense mariniers ook worden opgeleid door de Belgische marine.

(nd)