Overproductie vereist oplossing: Er zijn volgens landbouwexpert Drini Imami verscheidene redenen die de overproductie kunnen verklaren.

• “Ten eerste moet er gewezen worden naar de voortdurende uitbreiding van het areaal”, merkt hij op. “Daarnaast kon er tijdens het jongste productieseizoen gewag worden gemaakt van een bijzonder hoge opbrengst.”
• Dhimo Kote, de Albanese onderminister van landbouw, voegde eraan toe dat nieuwe teelttechnieken, goede weersomstandigheden, overheidssubsidies en het besef bij de landbouwers van de waarde van het product eveneens tot de situatie hebben bijgedragen.
  • Maar door een gebrek aan voldoende klanten om de voorraden olijfolie op te kopen, worden sommige plantages aan hun lot overgelaten.
  • Producenten wijzen op een oververzadiging van de markt, terwijl de verkoop in de lokale supermarkten op een laag niveau blijft. Bovendien moeten de producenten met lage winstmarges afrekenen.
• Volgens deskundigen wordt een grote gedeelte van de voorraden – volgens sommigen tot 95 procent – informeel in plastic flessen verkocht.

Export moet soelaas brengen: De situatie kan volgens de experts alleen worden opgelost door een verhoging van de export, waardoor in het buitenland bijkomende klanten kunnen worden gevonden.

• Op dit ogenblik wordt slechts een beperkt deel van de Albanese olijfolie naar andere landen uitgevoerd.
  • Dat was echter niet altijd het geval. In het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw, toen het land onder een communistisch regime leefde, behoorde Albanië volgens cijfers van de Food and Agriculture Organization (FAO) tot de vijftien grootste producenten van olijfolie in de hele wereld.
• De Albanese regering heeft nu stappen ondernomen om met de landbouwers te overleggen over maatregelen die de vraag op de buitenlandse markt zouden kunnen versterken.
  • Daarbij wordt onder meer gedacht aan de oprichting van coöperatieven voor de productie van de olijfolie. Elke regio zou daarbij een eigen gecertificeerd merk krijgen.
  • De financiële middelen om deze systemen uit te werken zullen geleverd worden door het  Instrument for Pre-Accession Assistance for Rural Development (Ipard) van de Europese Unie.
• “Om de Albanese olijfolie als een herkenbaar merk in het buitenland te kunnen verkopen, moeten de boeren zich voor de productie en verkoop verenigen”, merkte onderminister Kote nog op.
  • “Een regionalisering, het creëren van regionale merken, blijft de enige oplossing om de export van de Albanese olijfolie te stimuleren.”

De Europese Unie heeft tot nu toe in het kader van het Itard-programma een bedrag van 112 miljoen euro toegewezen aan de Albanese landbouwsector. Deze projecten kunnen volgens de Albanese premier Edi Rama een belangrijke innovatie betekenen voor de nationale landbouwsector, die volgens hem te lang is blijven stilstaan en daardoor een aanzienlijke achterstand heeft opgelopen.

(fjc)