In een interview met de nieuwssite Euractiv laat de Servische minister van Buitenlandse Zaken Ivica Dačić zijn licht schijnen over de Oekraïne-oorlog. Opvallend: een paar van zijn uitspraken doen vermoeden dat de Servische houding tegenover traditionele bondgenoot Rusland begint te veranderen.
Servië hint, voor het eerst, op sancties tegen Rusland: loopt “speciale vriendschap” spaak?

Waarom is dit belangrijk?
Servië zou graag lid worden van de Europese Unie, maar dat statenverband heeft “ernstige vragen” bij de nauwe banden die Belgrado onderhoudt met Moskou. Zo zijn de Serviërs sterk afhankelijk van Russische fossiele brandstoffen en energiepartnerschappen met het Kremlin. Daarbovenop weigerde het Zuidoost-Europese land lang voluit partij te kiezen voor Kyiv, in het Oekraïneconflict. Men kan in Belgrado niet blijven optrekken met de Russen alsof er niets aan de hand is, beklemtoont het EU-leiderschap.Het nieuws: Een hooggeplaatste Servische politicus heeft het over sancties tegen Rusland.
- “We veroordelen de schending van de territoriale integriteit van Oekraïne en zo hebben we ook gestemd in internationale organen. Of we Rusland sancties zullen opleggen is een andere zaak. Het is geen kwestie van tijd of deadlines, het is een zaak die onze politieke en economische belangen aangaat”, laat Dačić optekenen door Euractiv.
- Zelfs maar zinspelen op sancties is opmerkelijk, gezien het innige bondgenootschap tussen de twee “Slavische en christelijk-orthodoxe broedervolkeren” (dixit Poetin), en het feit dat Belgadro de Europese strafmaatregelen tegen Moskou nooit heeft gesteund.
- Toegegeven, wat Dačić in het interview zegt, is dat Servië vooralsnog niet aan dergelijke strafmaatregelen denkt, en dat het zich in de eerste plaats laat leiden door zijn eigen belang: “Als er iets verandert ten nadele van de belangen van Servië”, zo verklaart hij verder, “dan zal onze beslissing dienovereenkomstig worden aangepast, omdat we op elk moment zullen beoordelen wat de beste beslissing is voor onze economie, voor ons aanzien in de wereld en voor de burgers van Servië.”
Rekrutering door huurlingenmilitie valt in slechte aarde
Achtergrond: Er zou daadwerkelijk iets kunnen veranderd zijn, vanuit het Servische perspectief. De nietsontziende Russische huurlingenmilitie Wagner Group wil namelijk Serviërs rekruteren voor de oorlog in Oekraïne, en dat zint Belgrado niet.
- Zo zouden verschillende Russische websites en media adverteren voor de Wagner Group, in het Servisch. Eerder deze maand was de reclame onder meer te zien op de Servische aftakking van het Russische staatspersagentschap RT. Daar was een video te zien waarin twee gemaskerde Wagner-soldaten zichzelf als Serviër identificeerden.
- Alleen, beide mannen blijken de Servische wetgeving te overtreden. De Servische overheid heeft zijn burgers verboden deel te nemen aan buitenlandse conflicten. Daar zijn ook al verschillende mensen voor veroordeeld. Dat Rusland de reclame toelaat, valt slecht bij de Servische overheid.
- “Waarom doe je Servië zoiets aan? Waarom zou je, vanuit Wagner, iemand van Servië bellen, als je weet dat dat tegen onze wet is?”, zo liet Servisch president Aleksandr Vucic weten aan de televisiezender Happy TV. Eerder waarschuwde zijn minister van Defensie, Milos Vucevic, Serviërs die ten strijde wilden trekken in Oekraïne. “Dat zal resulteren in gerechtelijke consequenties”, zo citeert Radio Free Europe de minister.
EU-lof met weerhaakjes
Geopolitieke grenzen aftasten: Servië lonkt intussen (misschien iets té) nadrukkelijk naar de EU.
- Zo had Servisch premier Ana Brnabić het eerder deze week nog over “Russische agressie tegen Oekraïne”, een formulering die haar regering nog nooit heeft gebruikt. Ook prees zij de EU als de grootste investeerder in Servië.
- Toch laat de EU-lof ook weerhaakjes achter. In het interview met Euractiv noemt Dačić het EU-lidmaatschap weliswaar “een prioriteit voor Servië”, maar haalt hij ook uit naar het statenverband omdat het de expansie op de lange baan schuift.
- “Dat verhaal dat we vaak horen, dat de Balkan nieuwe problemen zou kunnen veroorzaken binnen de EU, is meer een voorwendsel omdat de EU minder zin heeft in uitbreiding”, is zijn lezing van de terughoudendheid vanuit Brussel.