In februari bezocht het Belgische koningspaar, samen met onder andere minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen), de golfstaat Oman. Hun doel was opmerkelijk. De Energieminister wil massaal groene waterstof importeren uit het land, om de energietransitie een duwtje in de rug te geven. Toch lijkt het plan niet realistisch: dit is waarom.
Waterstof is in theorie een mooi alternatief op fossiele brandstoffen. Bij de verbranding komt immers enkel water(damp) vrij, en bovendien kan het gemaakt worden uit enkel water en elektriciteit. Als die elektriciteit bovendien van hernieuwbare bronnen afkomstig is, spreekt men van groene waterstof.
Dat is exact waar Van der Straeten naar lonkte in Oman: het land zou miljoenen tonnen waterstof per jaar willen produceren, en zou daarvoor voornamelijk groene energie gebruiken. Er is in het land immers geen tekort aan zowel zon als wind, waardoor hernieuwbare bronnen makkelijk kunnen worden ingezet. Maar het goedje verplaatsen zou wel eens moeilijker kunnen zijn dan de Energieminister verwacht, waardoor het project misschien meer kwaad dan goed zal doen.
Duur en inefficiënt
Groene waterstof wordt vaak vergeleken met vloeibaar gemaakt aardgas (LNG), een van de meest gebruikte fossiele brandstoffen in de wereld. De twee gassen hebben echter één ding gemeen: om per schip getransporteerd te worden, moeten ze vloeibaar worden gemaakt. Bij het liquificatieproces, alsook het hervergassen, wordt een klein deel van de energie opgesoupeerd, althans als het om LNG gaat. Price of doing business, maar niets rampzaligs. Het transport per schip heeft zichzelf al bewezen: honderden schepen vervoeren elk jaar miljoenen tonnen LNG rond de wereld.
Bij waterstof ligt dat anders. Hoewel waterstof een hoge energiedichtheid kent naargelang de massa, is het niet energiedicht naar volume. Dat betekent in feite dat een schip dat waterstof vervoert, een stuk minder energie kan dragen dan een schip dat vloeibaar aardgas vervoert. Een schip van dezelfde grootte zou in feite maar een derde van de hoeveelheid energie kunnen vervoeren, vergeleken met een LNG-schip.
Daarbovenop stelt zich nog een ander probleem. Om waterstof vloeibaar te krijgen, is veel energie nodig. 30 procent van de energie die zich in waterstof bevindt, zou daarbij verloren gaan, vergeleken met slechts 10 procent bij LNG. Ook zou een veel grotere hoeveelheid waterstof tijdens het transport verloren gaan. En daar is nog niet bijgerekend dat waterstof zelf simpelweg enorm duur is vergeleken met aardgas en andere fossiele brandstoffen: volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) kost het zo’n 3 tot 8 dollar om een kilo waterstof te produceren uit groene energiebronnen.
Daarbij worden nog niet de transportkosten en de verloren energie gerekend. Uit een analyse van CleanTechnica blijkt dat, als al die factoren worden meegerekend, zelfs in het meest optimistische scenario de prijs per afgeleverde unit energie vijf keer zo hoog kan komen te liggen als die van LNG.
Wat is dan de oplossing?
Uiteraard is alleen LNG geen oplossing. Hoewel het de ‘minst vervuilende’ fossiele brandstof is, is het nog altijd verantwoordelijk voor een uitstoot van miljarden tonnen CO2 per jaar. LNG staat op de derde plaats in het lijstje van de grootste vervuilers, achter olie en steenkool, die respectievelijk de zilveren en de gouden medaille innen.
Het antwoord zou wel eens een stuk simpeler kunnen zijn: België kan simpelweg meer inzetten om een gezonde energiemix op eigen bodem te creëren, die bestaat uit een mengeling van zonne-, wind- en kernenergie. En als dat niet volstaat, kan ons land alsnog groene energie importeren.
Dat kan zelfs uit Oman, als het een 7.000 kilometer lange kabelverbinding zou laten bouwen ten minste: bij hoogspanningsgelijkstroom gaat immers maar 3,5 procent van de energie verloren per 1.000 kilometer. Dat zou nog altijd efficiënter zijn dan waterstof verschepen: er zou dan slechts zo’n 30 procent van de energie aankomen in ons land, vergeleken met meer dan 75 procent met een hoogspanningskabel.
Dat klinkt misschien absurd, maar het is niet volledig van de pot gerukt: Marokko wil immers een 3.500 kilometer lange verbinding leggen met het Verenigd Koninkrijk (VK), om zonne- en windenergie te transporteren.
(jvdh)