Het Noord-Koreaanse regime erkende vorige week als een van de weinige landen de onafhankelijkheid van Donetsk en Loehansk. De grote leider Kim Jong-un maakte daarnaast kenbaar dat hij overweegt dwangarbeiders te sturen voor restauratieprojecten in de regio.
Maandag sprak de separatistenleider Denis Pushilin zijn verlangen uit dat zijn door Moskou gesteunde republiek een samenwerking tot stand kan brengen met Noord-Korea. Daarmee reageerde hij op de aanwijzingen dat Pyongyang plannen heeft om werkkrachten te sturen voor opbouwwerkzaamheden in de regio. Dat zou de economie van het Aziatische land helpen, maar is in strijd met de sancties van de VN.
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken van Donetsk, heeft haar ambassadeur in Rusland op 29 juli een ontmoeting gehad met de Noord-Koreaanse ambassadeur, Sin Hong Chol. De twee zouden de mogelijkheden voor een economische samenwerking hebben besproken. Daarbij stelde Sin dat er een “groot potentieel” zou zijn voor bilaterale samenwerking in handel en op het gebied van arbeidsmigratie.
Volgens AP heeft Noord-Korea vergelijkbare gesprekken gevoerd met Loehansk.
De woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Ned Price, bekritiseerde vorige maand Russische suggesties om Noord-Koreaanse dwangarbeiders in te zetten voor restauratieprojecten. Hij verwees daarmee naar de opmerking van de Russische ambassadeur in Pyongyang. Die vertelde tegenover het Russische persbureau Tass dat Koreaanse bouwvakkers mogelijk “serieuze hulp” zouden kunnen bieden bij de wederopbouw.
Belangrijke bron van inkomsten voor Koreanen
Het sturen van dwangarbeiders is een belangrijke bron van inkomsten voor het Noord-Koreaanse regime. Naar verluidt opereren Koreaanse dwangarbeiders momenteel in Rusland, China, Laos en Vietnam. Zo heeft Vice News laten zien dat verborgen in de bossen van Siberië Koreanen in de houtkap werken.
Maar ook in Europa waren werkers actief. Zo bleek in 2018 uit onderzoek van De Correspondent, LeidenAsiaCentre en Vice News dat Koreaanse arbeiders werkzaam waren op Poolse scheepswerven. Daar maakten ze onder andere schepen voor Nederlandse bedrijven.
Alle werkers hebben thuis in Korea families, die fungeren als een soort onderpand. Indien een arbeider besluit om te vluchten, moet het gezin het ontgelden. Het salaris dat de werkkrachten uitbetaald krijgen gaat rechtstreeks naar het regime in Pyongyang.
Verdeeldheid
Onderwijl maakt Kim handig gebruik van de ontstane verdeeldheid binnen de Veiligheidsraad van de VN. Die is ontstaan door de Russische inval in Oekraïne en geeft Pyongyang de kans om de ontwikkeling van nucleaire wapens te versnellen. Noord-Korea heeft alleen al in 2022 meer dan 30 raketten getest, waaronder de eerste testvlucht van een intercontinentale ballistische raket in bijna vijf jaar.
De proeven hebben de Koreanen dit jaar maar liefst 650 miljoen dollar, oftewel 2 procent van zijn bruto binnenlands product, gekost.
Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het bezig is met het herstellen van tunnels op een nucleaire testlocatie. Die was voor het laatst in 2017 actief.
De opperste leider Kim Jong-Un kondigde tijdens een driedaagse politieke conferentie twee maanden geleden aan dat zijn land de wapenopbouw heeft verdubbeld, in het licht van wat hij omschreef als een “verslechterende veiligheidsomgeving”. Kim verdedigde zijn versnelde ontwikkeling van wapens als een rechtmatige uitoefening van zijn soevereine recht op zelfverdediging.
Recentelijk raakte bekend dat digitale aanvallen en gijzelingen belangrijke financiële inkomstenbronnen zijn voor het kernwapenprogramma van het land. Onderzoekers van cyberbeveiligingsbedrijf Trellix hebben wereldwijd verschillende ransomware-aanvallen onderzocht, die allemaal te herleiden zijn naar het Noord-Koreaanse Unit 180. Ook is de export van overzeese dwangarbeid een belangrijke inkomstenbron voor het regime.
Loehansk en Donetsk vormen samen de Donbas-regio, een overwegend Russisch-sprekende regio met staalfabrieken, mijnen en andere industrieën in het oosten van Oekraïne. Separatisten controleren delen van beide provincies sinds 2014. Rusland erkende de onafhankelijkheid kort voor de Russische inval in Oekraïne in februari. Syrië is de enige andere natie die hun onafhankelijkheid heeft erkend.
(as)
