Het Eurokorps, een legertroep dat internationaal wordt ingezet door de NAVO en de Europese Unie, trekt naar de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). 27 van de 40 betrokken militairen zijn van Belgische komaf. Het Eurokorps moet in de republiek helpen het lokale leger te trainen en te moderniseren.
De militairen vertrokken vorige week uit hun basis, Quartier Lise in Straatsburg, naar de CAR. Bij het vertrek werden ze toegesproken door luitenant-generaal Peter Devogelaere, die sinds 2 september 2021 aan het hoofd staat van Eurokorps.
“Je zult in een groter schaakspel optreden. En iedereen van jullie heeft daarin een specifieke rol. Je weet niet hoe de situatie zal evolueren, maar je bent goed getraind. Onze Eurokorpsvoorgangers hebben er een professionele missie van gemaakt. Ik wens jullie veel succes en een behouden terugkeer”, klonk het in Straatsburg.
Training en modernisering
Het Eurokorps zelf was al actief aanwezig in de CAR, waar het instaat voor de training en modernisering van het leger, les forces armées centrafricaines. Die vechten al sinds 2012 een hardnekkige oorlog uit met rebellen in het land, en worden daarin ook bijgestaan door een leger van Russische Wagner-huurlingen.
In eerste instantie zullen dus 27 Belgische militairen op het vliegtuig stappen naar de Centraal Afrikaanse Republiek. Later worden er nog 39 anderen ingezet in de hoofdstad Bangui, waar het hoofdkwartier van de Europese trainingsmissie EUTM ligt. De troepen komen daar vanaf 3 februari onder leiding te staan van een landgenoot, brigadegeneraal Jacky Cabo.
Takuba onzeker
De missie in de Centraal Afrikaanse Republiek wordt de derde Afrikaanse missie waaraan het Belgisch leger nu meedoet. In Niger zijn zo’n 100 Belgische militairen ter plaatse voor operatie New Nero, ook voornamelijk een opleidingsmissie voor het leger en de politie van het land.
Ook in buurland Mali zijn Belgische militairen actief, zowel in de Europese trainingsmissie EUTM als in de VN-vredesmissie Minusma. Ook aan taskforce Takuba, de Europese missie om in Mali het leger te assisteren in de strijd tegen terroristen, zou België nog dit jaar 255 militairen leveren. Sindsdien is het sentiment in Mali echter gekeerd: minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) is zeer bezorgd om het democratisch proces. Ook mochten 105 Deense speciale eenheden bij aankomst hun zakken weer pakken, Mali stuurde hen terug naar huis. Daarnaast zijn ook de huurlingen van Wagner, die meer een verlengstuk zijn van het Russische regime, in de regio aanwezig.
(am)